Rara avis
Tekst & beeld: Jolin Ordelman
Het weiland is druk. Het staat vol met verrekijkers en telelenzen. Daarachter staan hun baasjes op hun beurt te wachten om de zwarte stern te zien. Vogelspotten is een hot topic. Er wordt zelfs gewaarschuwd voor een nieuwe soort: beginnelingen die lomp van het pad afstappen. Wil je toch meedoen? Dan volgen hier de fijne kneepjes van het vak, om jezelf feilloos te camoufleren als ervaren vogelspotter.
Stap 1: surf naar www.waarneming.nl. Deze site werkt als gezamenlijk archief van gespotte soorten – denk aan: libellen, mossen, vogels, eencelligen, en vissen. Ik vul in: ‘Rotterdam’, ‘vogels’, ‘straal van vijf kilometer’. Direct een hit! Maar schijn bedriegt. Als ik inzoom, blijkt het stippencluster een verzameling zeldzame vogels in Diergaarde Blijdorp te zijn. Dat is valsspelen. Poging twee brengt me naar de zwarte roodstaart op het eiland van Brienenoord.
Stap 2: rust jezelf uit. Een verrekijker – niks niet hoe groter hoe beter – zoals mijn oranje kindermonoculair van de Decathlon voor €9,99. En een vogelgids*, ik heb ‘Capitool Natuurgids Vogels, 1e druk, 2005’, verkrijgbaar op www.boekwinkeltjes.nl. Onmisbaar zijn jouw ogen en oren. Zelf kan ik geen ene ruk onthouden van al dat getjirp, maar op het eiland van Brienenoord overkomt mij een wonder. Ik hoor: ‘tsjeuw tju tju tju tsjeuw’, en noteer het twijfelachtig als vink. Tot mijn verbazing vindt mijn gids het ‘tsjip tsjip tsjiritsjiri tsjiep tsjewieoe’. Dat vind ik tellen. Mochten er nou toch blikken jouw kant op komen die betwijfelen of jij wel écht een vogelspotter bent; zorg dan voor afleiding. Speel op je telefoon het geluid af van een zeldzame vogel en wijs naar een willekeurige kant. Spotters weten niet hoe snel ze zich uit de voeten moeten maken.
Stap 3: Wees aandachtig voor biotopen, vluchtpatronen, migratiegebieden, voedselbronnen en ingestudeerde riedeltjes. Ik zoek in boomtoppen naar de felgele wielewaal en tussen het riet naar glurende baardmannetjes. Uit ervaring kan ik vertellen dat een spreeuw zich gemakkelijk voordoet als een slechtvalk om jou de stuipen op het lijf te jagen. En dat de stadsduif, als afstammeling van de rotsduif, razend succesvol is geworden in de stad doordat huizen praktisch grote stenen zijn. Terug in het veld hoor ik weinig van het krakerige getril van de zwarte roodstaart, ‘tuk tuk tik tik’. Mijn gids adviseert me te zoeken naar rotshellingen met puin en spleten of diepe ravijnen. Die zijn in Rotterdam niet te vinden.
De laatste stap is dat vogelspotters zich áltijd laten verwonderen. Als een roodborstje dat even komt kijken wat jij, als indringende soort, in zijn achtertuin komt doen. Terwijl in het buitengebied mensen in de file staan, is er wildernis in de stad. Pareltjes zijn overal te vinden. Een spreeuw die op het perron een gesprekje aanknoopt over het weer. Het schouwspel van meeuw versus frietje versus mens. En boven alles de zonovergoten flierefluiters die samen met de stedelingen spotten.
Geluid zacht gebabbel, met uitroepen als: ‘Luister!’, ‘Kijk!’ en ‘Ik zie ze vliegen!’, afgewisseld met fluisterende beschrijvingen als: ‘tussen díe en díe boom op het twee derde van de stam.’
Nest op de voet, altijd in beweging. En dan plots een houding met een uitgestrekte wijzende arm.
Voedsel zolang het maar in het broodtrommeltje past.
Lijkt op een wereldvreemde kleuter, die zich constant verbaasd over de wonderlijkheden van de natuur of uw alledaagse ANWB-koppel op excursie.
Zit op bankjes en kijkt altijd naar boven.
Beweegt zich door diverse vegetatie.
Hopelijk struikelt de vogelspotter niet.
Commentaires