top of page
Writer's pictureRachel Kok

Van Axomama tot Aardappeleters

De culturele geschiedenis van een knolgewas

'Vanavond eten we gekookte aardappelen.' Erger nieuws kon je mij als achtjarige niet brengen. Het was een voorbode voor een gespannen sfeer aan de eettafel: die smaakloze gele dingen zouden er bij mij écht niet ingaan. Ik vond ze het toppunt van saaiheid. Hoe veelzijdig de aardappel in werkelijkheid is en hoe invloedrijk hij is geweest binnen de menselijke geschiedenis, had ik toen nooit geloofd. Tijd om deze ‘saaie’ knol beter te leren kennen.

Text and Image Rachel Kok



De geschiedenis van mens en aardappel begint zo’n achtduizend jaar geleden in de buurt van Titicaca, een hooggelegen meer in het Andesgebergte op de grens van het huidige Peru en Bolivia. Volgens de inheemse mythologie leefde er rond dit meer een volk dat met hongersnood te maken had. Dit was het gevolg van onderdrukking van een quinoa-cultiverend naburig volk. Het uitgehongerde volk bad uitvoerig, waarna de goden zaadjes naar het land stuurden. Uit de grond die hiervoor nog onvruchtbaar leek, groeide een zee aan planten met prachtige paarsblauwe bloemen. Dit bleef natuurlijk niet onopgemerkt door de vijand, die het land volledig leeg roofde en alles meenam wat er ook maar een beetje eetbaar uitzag. Uit wanhoop werden de goden nogmaals aangeroepen. Deze keer gaven zij de instructie om onder de grond van het kaalgeplukte veld te kijken. Zo ontdekte het volk dat niet de planten hun redding waren, maar de goudgele knol die zich onder de grond bevond. Door zichzelf met aardappelen te voeden overleefden ze de hongersnood en wisten ze de vijand te verslaan. Dankzij de heroïsche rol van aardappelen in het voortbestaan van volkeren in de Andes kwamen ze een centrale rol te spelen in veel van hun rituelen en ceremonies. Zo strooide men lamabloed over de zaadjes van de aardappelplant wanneer ze de grond ingingen en werden roodkleurige aardappelen gebruikt in vruchtbaarheidsceremonies. De invloed van de aardappel bleef nog een lange tijd aanwezig in het Andesgebergte. Zo werd het Tiwanaku-rijk, het rijk dat enkele duizenden jaren later rondom het Titicaca-meer ontstond, de eerste staat die grotendeels gebaseerd was op het verbouwen en conserveren van aardappelen. Ook zorgde de domesticatie van de aardappel ervoor dat er meer voedsel geproduceerd kon worden, wat leidde tot bevolkingsgroei en ontwikkeling van steden, technologie, kunst en wetenschap. Uit de volkeren die in de Andes leefden zou later het Incarijk ontstaan, waarvan de inwoners zelfs een godin wijdden aan de aardappel: Axomama, dochter van ‘moeder aarde’-godin Pachamama.


De knol naar Europa Terwijl de aardappel al eeuwenlang was geworteld in de cultuur van Zuid-Amerika, zou het nog tot de zestiende eeuw duren voordat de knol Europa bereikte. In het voorjaar van 1537 trok een groep Spaanse kolonisten onder leiding van Gonzalo Jiménez de Quesada door het huidige Colombia, op zoek naar het goud van de El Dorado legende. De stad van goud werd nooit gevonden. Onderweg ontdekten ze wel een andere schat. Het was de aardappel, die toen nog door de Spanjaarden werd beschreven als een soort truffel. Deze beschrijving vormt het eerste schriftelijke bewijs van de aardappel, die later nog door meer nieuwkomers op het Amerikaanse continent zou worden opgemerkt. Veel aandacht werd er aan de aardappel echter niet besteed: de kolonisten beschouwden het agriculturele systeem van de Inca’s als achtergesteld, en dus irrelevant. Ook op het Europese continent werd de aardappel niet meteen gewaardeerd. Het eerste bewijs van de aankomst van de aardappel in Europa komt uit 1573, in de vorm van een vermelding op een boodschappenlijst van een religieuze katholieke orde in Spanje. Deze orde stichtte later een klooster in Italië, waar de aardappel mee naartoe werd genomen. Maar waar de inheemse bevolking van Zuid-Amerika de waarde van de aardappel als levensmiddel zag, was het voor de Europese katholieken slechts een decoratieve plant. Er werd zelfs gedacht dat het eetbare deel van de plant van de duivel kwam, omdat de aardappel onder de grond groeide en niet in de Bijbel voorkwam. De aardappel was het ‘brood van de Indianen’, en door dat te eten zou je ‘net als hen’ worden.


Arbeidersvoer Toch is de aardappel inmiddels niet meer weg te denken uit de meeste Europese keukens. Een legende die in de orale tradities van zowel Nederland als andere Europese landen voorkomt, verheldert dit mysterie: toen de koks van een zeker koninklijk hof de aardappelplant ontdekten, gebruikten zij voor de maaltijd voor de koning en zijn gasten slechts de bessen van de plant. De aardappel zelf werd op een afvalhoop gegooid. Wat de koks niet wisten was dat de bessen juist het giftigste deel zijn van de aardappelplant. Het gerecht viel niet erg in de smaak en de tuinman van het hof werd gevraagd om de hoop aardappelen te verbranden. Toen de tuinman de geur van geroosterde knollen rook, leek het hem wel de moeite waard om ervan te proeven; hij moest zijn kinderen namelijk nog te eten geven die dag. En wat smaakte het goed! Al snel was de arme arbeider overtuigd van een waarheid die in Zuid-Amerika al duizenden jaren algemene kennis was, maar die aan zijn elitaire mede-Europeanen voorbij was gegaan: de echte waarde van de aardappelplant zit in de knol. Via de werkende klasse vond de aardappel uiteindelijk haar populariteit over het gehele Europese continent. Dat had te maken met de manier waarop staten werden bestuurd vanaf de achttiende eeuw. Politiek leiders kregen als gevolg van de Verlichting steeds meer interesse in hoe ze efficiënt een bevolking konden overheersen, en daarbij hoorde het tevreden houden van de werkende klasse om opstanden te voorkomen. Er was behoefte aan een goedkoop soort basisvoedsel om een bevolking mee te kunnen voeden en daar bleek de aardappel, gezond en veelzijdig als hij is, uitermate geschikt voor te zijn. Zo werd de aardappel een middel om de werkende klasse aan het werk te houden en productieve samenlevingen te creëren. Het leidde zelfs tot een explosie in de Europese bevolkingsgroei, wat vervolgens urbanisatie stimuleerde en daarmee ook invloed had op de start van de Industriële Revolutie. Een knolgewas zo schijnbaar simpel als een aardappel kan dus een enorme invloed hebben op de menselijke geschiedenis. Als gevolg van een complete afhankelijkheid van de aardappel leidde een mislukte aardappeloogst in negentiende-eeuws Ierland zelfs tot de grootste hongersnood die het land heeft gekend. Het zorgde voor enorme veranderingen in de Ierse samenleving: van een miljoen doden en massa-emigratie tot toegenomen klassenongelijkheid en een volledige herstructurering van het agrarische systeem. Dankzij de aardappel was het Ierse boerenleven nooit meer hetzelfde.


Hollandse Aardappeleters Inmiddels is de aardappel over de hele wereld het belangrijkste niet-graangewas. Toch lijken veel mensen ervan overtuigd te zijn dat de aardappel ‘typisch’ is aan hun land of cultuur. Zo vroeg kunstenaar Subodh Gupta zich in de jaren zeventig af of de inwoners van zijn Indiase deelstaat de enigen waren die aardappelen kenden. Nederlanders zijn geen uitzondering van dit fenomeen: wie aan aardappelen denkt, heeft al gauw een associatie met een soort ‘oer-Hollandse’ cultuur. Als de aardappel zo’n geglobaliseerde knol is, waar komt dan die verwikkeling met de Nederlandse identiteit vandaan? Misschien heeft het iets te maken met de eenvoud en de veelzijdigheid van de aardappel: Nederlanders houden er nou eenmaal van om alles zo praktisch mogelijk te doen, en weinig maaltijden zijn simpeler dan een agv’tje of een bak patat met mayonaise. Een ode aan de Nederlandse aardappelcultuur is De Aardappeleters van Vincent van Gogh. Het schilderij verbeeldt een boerengezin in een donkere maar knusse eetkamer dat - de titel verklapt het al - aardappelen eet. In een brief aan zijn broer Theo beschrijft Vincent wat hij met dit schilderij wil laten zien over het boerenbestaan: je kon zien hoe die ‘luitjes’ met ‘die handen die zij in den schotel steken zelf de aarde hebben omgespit’ en dat zij ‘hun eten zoo eerlijk verdiend hebben’. Dit doet denken aan het soort narratief dat vandaag de dag door veel boeren wordt aangehaald in reactie op de stikstofcrisis: het eeuwenoude sprookje dat in Nederland ‘onze’ boeren zorgen voor ‘ons’ voedsel. ‘Zonder boer geen voer’, aldus vele spandoeken op het platteland. Tegelijkertijd is het een algemeen bekend feit dat het overgrote deel van de Nederlandse voedselproductie naar het buitenland wordt geëxporteerd. Misschien zijn het juist Van Gogh’s Aardappeleters, zonder nou meteen de armoede waarin zij leefden te romantiseren, die als voorbeeld kunnen dienen voor de toekomst van de Nederlandse boeren. Hoewel de aardappelsector inmiddels sterk geïndustrialiseerd is en niet altijd even duurzaam, vinden zowel de productie als de consumptie van de aardappel nog altijd grotendeels in Nederland plaats. En een herwaardering van lokale landbouw is volgens milieuactivisten juist wat de aarde nodig heeft. Misschien is de Nederlandse aardappelcultuur dus juist iets om te koesteren, en zouden we net zo geworteld moeten zijn in onze bodem als de aardappel dat is.


Underdog? Van mijn eigen afkeer van mijn moeders gekookte aardappelen tot associaties met de duivel en van vooroordelen over inheemse voedselsystemen tot misverstanden aan het koninklijke hof: de geschiedenis van de aardappel is er een van vergissingen en onderschattingen. Verschillende conflicten en geloofsovertuigingen stonden de ontdekking van de aardappel als voedselbron in de weg. Toch heeft dit knolgewas als een ware underdog zijn weg weten te vinden in de menselijke voedselcultuur en heeft hij onze geschiedenis weten te beïnvloeden. De combinatie van zijn simpelheid en veelzijdigheid maakt dat de aardappel de basis heeft gevormd voor de ontwikkeling van samenlevingen, van de Inca’s tot de Industriële Revolutie. Hij heeft zich zelfs verwikkeld met de culturele identiteit van mensen over de hele wereld. De verhalen in dit artikel zijn nog maar een greep uit de vele mythen, legenden en andere volksverhalen die er rondom de aardappel te vinden zijn: vraag het maar eens aan je grootouders.

16 views0 comments

Related Posts

See All

The Good in Giving Up

Caffeine and Other Chemicals Text and Image Miranda Tate My mum, in true Scandinavian fashion, drinks black coffee day round to ritualise...

コメント


bottom of page