Een kijkje in het leven zonder de ´juiste´ papieren
Tekst: Anouk Euser
Beeld: Hewan
Alle namen in dit artikel zijn pseudoniemen, namen zijn wel bekend bij de redactie.
Het verhaal van mijn bijzondere vriendin Hewan moet verteld worden. Twee zaken maken dat zij dagelijks wordt geconfronteerd met het niet kunnen voldoen aan de eis van ‘juiste’ documenten. Haar jongens-tweeling heeft de achternaam van een man die ze nog nooit hebben gezien. En elke dag mist ze haar dochter. Hoe kan een stukje papier – of juist het gebrek eraan – bepalen of jij je mag herenigen met je dochter of welke achternaam je kinderen krijgen?
Hewan is in mijn leven gekomen toen ik naar StekOost verhuisde, een plek waar statushouders - vluchtelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd - samen met Nederlandse jongeren wonen. We werden elkaars buddy en zijn sindsdien hele goede vriendinnen. Na een tijdje een band te hebben opgebouwd, kreeg ik ook meer te horen over de reden van haar vlucht uit Eritrea en haar dochter, Fiyori, die ze heeft moeten achterlaten.
Zaak 1: Een onverwachte achternaam
In augustus 2019 kwam Hewan naar me toe om te vertellen dat ze zwanger was van een tweeling. Twee gezonde en prachtige jongens kwamen in januari 2020 ter wereld. Toen ik met hun vader (tevens Hewan’s ex), Demsas, mee naar het gemeentehuis ging voor de geboorteaangifte en het vastleggen van Demsas’ achternaam voor de kinderen, gebeurde er iets totaal onverwachts. Demsas kon de vader niet zijn. De mevrouw achter de computer deelde ons mee dat Hewan volgens het ‘systeem’ nog getrouwd was met een andere man: Birhan. De tweeling werd automatisch toegeschreven aan hem en kreeg dus ook zijn achternaam. Demsas’ teleurstelling en onbegrip was groot. Hij was toch de vader? Waarom konden ze het systeem niet even aanpassen? De mevrouw legde uit dat het systeem pas kon worden aangepast als er een officiële scheiding zou worden aangevraagd en Birhan hiervoor toestemming zou geven. Toen moest ik even ingrijpen en uitleggen dat hier een tweede probleem speelt: Birhan is er niet. Althans, we weten niet waar hij is en of hij nog leeft. Hewan vertelde me dat Birhan bij het Eritrese leger zat, maar dat hij in het leger ‘kwijt’ is geraakt. De eerste paar keren dat Hewan en ik deze persoonlijke gesprekken aangingen kwam er niet veel meer los dan dat. Ik voelde me niet zeker of ik wel verder mocht vragen. Maar naarmate onze band hechter werd en ik dieper durfde te graven, werd duidelijk dat Birhan tijdens verlof naar huis mocht. Maar in plaats van dat hij naar huis is gegaan, is hij gevlucht. Hij heeft dus, zoals dat officieel heet, zijn dienstplicht ontdoken. Vanaf dat moment is het vaag. Birhan is inderdaad ‘kwijt’.
Deze situatie is niet uitzonderlijk voor Eritrese vluchtelingen. In Eritrea hebben zowel mannen als vrouwen vanaf achttien jaar dienstplicht, waar ze ongeveer hun halve leven aan vastzitten. Hewan hoefde door haar huwelijk met Birhan en hun dochtertje Fiyori het leger niet in. Getrouwde vrouwen of vrouwen met kinderen worden namelijk vrijgesteld van de dienstplicht.
De gedwongen dienstplicht is een van de belangrijkste redenen dat zoveel Eritreeërs het land uitvluchten. Er is sprake van dwangarbeid, martelingen en de dienstplichtig duurt vaak veel langer dan de officiële diensttijd van achttien maanden. Dienstplichtontduikers worden echter bruut bestraft door het Eritrese leger en wanneer de dienstplichtontduiker zelf niet te vinden is, komen ze achter de familie aan. Toen Hewan van haar buren hoorde dat het Eritrese leger in haar dorp was, wist ze dat ze groot gevaar liep. Ze vluchtte per direct en heeft alles moeten achterlaten. Zelfs haar 8-jarige dochter Fiyori.
Waar volgens het Eritrese systeem Birhan kwijt is, bestaat hij voor het Nederlandse opeens wel, alsof er niks is gebeurd. Hij is officieel nog met Hewan getrouwd en dus moet hij de vader van de tweeling wel zijn.
Zaak 2: de onmogelijke DNA-test
Hewan’s leven in Nederland wordt nog complexer gemaakt door het bijna goddelijke geloof in ‘Vadertje Systeem’ in het geval van haar dochter, Fiyori. Fiyori is inmiddels elf jaar oud en verblijft momenteel bij vrienden van Hewan in Sudan. Hewan heeft haar al vijf jaar niet meer gezien. Wel heeft Hewan vanaf het moment dat ze in Nederland kwam gezinshereniging aangevraagd bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Tevergeefs, de zaak wordt keer op keer afgewezen vanwege een gebrek aan documenten. Hewan zou papieren moeten verzamelen die aantonen dat zij écht de moeder is van Fiyori. Daarnaast speelt de vader ook een rol. Als hij toestemming geeft - bijvoorbeeld een handtekening – zou dat ook al een boel schelen en zou Fiyori meer kans hebben om naar Nederland te komen. Dat zou schelen, wanneer de vader er überhaupt zou zijn.
De focus komt dus te liggen op documenten die de moeder-dochter band aantonen. Maar hoe vind je papieren als die er überhaupt nooit geweest zijn? In Eritrea zijn bron-documenten niet noodzakelijk. Geboorteaktes, vaccinatiebewijzen en identiteitskaarten hebben veel mensen in de praktijk gewoon niet. De moeder-dochter band is alleen aan te tonen via een DNA-test. Hewan is vaak ten einde raad; zij kan toch gewoon bloedprikken? Via die weg is onmiddellijk te bewijzen dat zij de moeder is van Fiyori. Maar nee: de IND vindt dat te ongeloofwaardig. Hewan’s hoger beroep wordt steeds afgewezen door een kritiek op het ‘bewijs’ voor de moeder-dochter band. Via bron-documenten moet worden aangetoond dat Hewan mogelijk de moeder zou kunnen zijn. Alleen dan komt ze in aanmerking voor een DNA-test, die daarnaast enkel wordt goedgekeurd als die volgens de IND-protocollen gaat. Toen we bijvoorbeeld bij Vluchtelingenwerk zaten werd de noodzaak van de juiste papieren door de juridische begeleider weer benadrukt. Hewan had na veel heen en weer gebel weten te regelen dat de Eritrese kerk in haar dorp een geboorteakte van Fiyori had opgesteld en had hiervan een foto meegenomen. De juridisch begeleider wees het direct af. De rechters zouden het niet als serieus bewijs zien. Het was namelijk handgeschreven en er was een klein gecorrigeerd woord te zien op de foto, waardoor de betrouwbaarheid verminderde. Maar is het niet ronduit oneerlijk om documenten te eisen van Eritrese vluchtelingen, als je weet dat dit land volgens andere maatstaven werkt?
Emotionele druk
Wat dit doet met Hewan is onbeschrijflijk. Niet alleen is de druk om aan documenten te komen groot, ook psychisch gezien is het zwaar. Ze wordt impliciet veroordeeld op haar moederschap, want het idee is: een echte moeder laat haar kind toch niet achter? Niet vaak laat ze mij haar emoties zien, maar af en toe wordt de stress haar te veel en barst ze in tranen uit.
Ook het achternaam-probleem van haar tweeling heeft invloed op het dagelijks leven van Hewan en de kinderen. Demsas hoeft – aangezien hij niet is gekoppeld aan de kinderen – geen alimentatie te betalen. Daarnaast is hij juridisch gezien niet verantwoordelijk voor de tweeling. Mocht er iets met Hewan gebeuren, is het onzeker voor de tweeling of Demsas de zorg voor hen op zich neemt. Ik zie Demsas’ liefde voor de kinderen in hoe hij met ze speelt, ze kietelt, een flesje geeft en met ze knuffelt. Maar ik zie ook dat hij er alleen op zaterdag is en rond drie uur weer vertrekt. De andere dagen van de week heeft Hewan de zorg voor de kinderen.
Buiten de matrix
Op twee manieren wordt Hewan’s leven negatief beïnvloed door de institutionele focus op documentatie. Hannah Arendt - een belangrijk politiek filosoof uit de twintigste eeuw - waarschuwde hier al voor. Niet per se individuele mensen, maar juist het institutionele systeem is een kwaadaardig project. Het maakt dat we onnadenkend en onkritisch worden over eventuele gevolgen voor sommige groepen mensen die in dit systeem worden uitgesloten. Vluchtelingen (Arendt gebruikt liever de term ‘nieuwkomers’ of ‘immigranten’) ontvluchten het land waar ze zijn geboren en verliezen daarmee de bescherming van hun staat. Ze worden stateloos en zijn daarmee de meest kwetsbare groep in de wereld. Door middel van een ‘asielaanvraag’ vragen immigranten in feite gewoon om een nieuwe plek om te wonen, onder een nieuwe staat die hen in bescherming wil nemen. Dit is echter vaak een langdurig en moeizaam proces doordat er vaak sprake blijkt te zijn van een gebrek aan de juiste documenten. Dat vluchtelingen worden gedwongen om de juiste documenten te bemachtigen, komt volgens Arendt door een impliciete aanname: vluchtelingen zullen ooit weer terug moeten. En dit is precies waar het schuurt. Vluchtelingen vragen namelijk om een nieuwe plek, een nieuwe staat die hen beschermt, waar ze een nieuw bestaan op kunnen bouwen, voor altijd.
Alles wat opgeslagen wordt in het systeem, zoals documenten die aangeven dat je bestaat, wordt meer gewaardeerd dan je echtelijke bestaan. Je ‘bestaat’ via het systeem. Alles wat niet opgeslagen is in het systeem, wordt als lastig gezien en geen verantwoordelijkheid over gevoeld door staten. ‘Je valt buiten de matrix.’ Je bent moeilijk te begrijpen, dus jij zal wel iets verkeerds hebben gedaan. Jij wordt niet vertrouwd en ook zo behandeld. We zijn inmiddels zo gewend aan dit systematisch archief, dat we wantrouwend zijn geworden naar mensen die hier niet in terug te vinden zijn. Dit wantrouwen vormt de basis van het systeem: het gaat ervan uit dat alle nieuwkomers leugenaars zijn en daarmee een gevaar vormen voor onze samenleving. Terwijl het enige wat ze vragen is onderdeel te mogen worden van een nieuwe samenleving omdat ze hun eigen – precies om het gevaar waarvoor zij worden uitgemaakt – zijn ontvlucht.
Het systeem wordt bijna verheven tot iets goddelijks, maar het vergeet ondertussen een paar groepen mensen te zien en te begrijpen vanuit de context waar vandaan ze komen.
Het niet hebben van documenten of het niet kunnen bewijzen van de reden van dit gebrek aan documenten, maakt je positie in de wereld erg onzeker. Natuurlijk is het rechtvaardig wanneer een onafhankelijke rechter zijn of haar uitspraak baseert op aangeleverd bewijs. Zo voel ik me beschermd wanneer er iemand of een institutie mij onrecht aandoet. Maar dat uit het CBS-rapport van 2017 blijkt dat meer dan 70 % van de Eritrese aanvragen voor gezinshereniging worden afgewezen, maakt dat het eerder andersom moet gebeuren: zij moeten worden beschermd tegen het onrecht van het recht, om Hannah Arendt’s woorden te gebruiken.
Laat Hewan’s verhaal een voorbeeld zijn om immigratiebeleid anders in te richten. De IND en andere justitiële instanties moeten oog hebben voor de mensen zelf en de context waaruit ze komen. Zie nieuwkomers niet als liegende wezens, zie hen als mensen die het recht hebben gekregen om te settelen in Nederland. Gooi de onderliggende aanname van tafel: we moeten niet van nieuwkomers af, we moeten ze beschermen in hun bestaan als Nederlander. Dat doen we door hen niet te zien in termen van gebreken in het systeem, maar als mensen van vlees en bloed.
Comments