Culturele, economische en politieke belemmeringen om te vliegen
De allerduurste vlucht gaat van New York naar Hongkong. Bij vliegtuigmaatschappij Lufthansa vlieg je voor drieëndertigduizend euro van de oostkust van de Verenigde Staten naar de zuidelijke regio in China. Een kostenplaatje dat voor veel mensen niet strookt met wat zij kunnen en willen uitgeven aan een vlucht. Toch hebben sommige mensen de gewoonte om de meest comfortabele en dure vlucht te kiezen. Helaas is zo’n dure vlucht niet voor iedereen weggelegd.
Tekst: Pascal de Haas
Beeld: Rowan Meereboer
Jaarlijks op vakantie gaan, is voor veel mensen de normaalste zaak van de wereld geworden. Mensen pakken het vliegtuig om naar verre of warme oorden te gaan, zoals Ibiza, New York, Bangkok of Sydney. Doordat mensen op grote schaal vliegvakanties boeken en dit genormaliseerd is, beseffen veel mensen niet dat vliegen een luxe is en absoluut niet voor iedereen is weggelegd. In het NRC wordt beweerd dat in 2015 slechts 5 procent van de totale wereldbevolking ooit in een vliegtuig had gezeten. Dit waanzinnig kleine percentage duidt op een grote mondiale ongelijkheid. Daarnaast zijn er natuurlijk genoeg mensen die er bewust voor kiezen om niet te vliegen door bijvoorbeeld vliegangst of klimaatverandering.
Veel mensen zijn zich niet bewust van deze ongelijkheid en daarmee ook niet van het privilege waar zij over beschikken. Op veel blogs over vliegen wordt er in grote getalen gesproken over vliegschaamte vanwege duurzaamheid. Daarentegen wordt er slechts op weinig blogs geschreven over vliegschaamte met andere redenen. Naast de ecologische redenering, zijn er namelijk culturele, economische en politieke belemmeringen die mensen kunnen weerhouden om te vliegen.
Dat er een privilege bestaat om te kunnen vliegen, betekent niet dat deze mensen een voordeel hebben. Het zou een voordeel zijn als men er werkelijk van zou profiteren om te vliegen, maar om een prachtige vakantie te hebben hoeft men niet altijd ver te gaan. Het is daarom geen ‘voordeel’, maar simpelweg een mogelijkheid van vrijheid om te kunnen vliegen.
Paspoort privilege
Het paspoort heeft grote invloed op het privilege om te kunnen vliegen. Een paspoort is namelijk een weergave van internationale machtsstructuren. Een paspoort uit de Verenigde Arabische Emiraten wordt volgens de Global Passport Index gezien als het meest waardevolle paspoort. Met dit paspoort kan je visumvrij 118 landen bezoeken. Bij zestig landen kan er bij aankomst nog een visum aangevraagd worden. Dit komt niet door het land van afkomst, maar door de diplomatieke relaties die het land van herkomst heeft. Een Afghaans paspoort staat aan de andere kant van de index en geeft visumvrij toegang tot slechts vijf landen. In slechts 31 landen kan er ter plekke een visum aangevraagd worden. Dat betekent dat in 162 landen van te voren een heel proces met strikte controles plaatsvindt om een vlucht naar die betreffende landen te boeken. Met een Nederlands paspoort is men enorm geprivilegieerd. Daarmee krijg je namelijk visumvrij toegang tot maar liefst 125 landen.
Behalve het feit dat paspoorten afhankelijk van de nationaliteit al verschillende mogelijkheden bieden, is het paspoort op zich al enorm waardevol. In de Netflix-serie Living Undocumented worden acht gezinnen gevolgd die zonder officiële papieren leven in de Verenigde Staten. Doordat zij geen Amerikaans paspoort hebben, worden zij enorm beperkt in hun vrijheid, terwijl ze wel al vele jaren in de VS leven en de Amerikaanse belastingen betalen. Van veel gezinnen woont de familie nog in ‘het land van herkomst’. De gezinnen kunnen deze familie niet bezoeken, omdat ze zonder Amerikaans paspoort niet meer kunnen terugkeren naar Amerika. In deze gezinnen heeft vaak niet iedereen een verblijfsvergunning, waardoor zij het gevaar lopen om naar het land van afkomst uitgezet te worden.
Ongelijke hoogtes
De wereld is niet alleen politiek, maar ook economisch ongelijk verdeeld. Ondanks de actuele ecologische discussies betreft vliegen, lijken vluchten niet veel duurder te worden. Mocht dit wel gebeuren, dan zal het aantal mensen dat het privilege heeft om te kunnen vliegen dalen. Ecologisch gezien is dat een voordeel, maar het heeft ook invloed op de ongelijke mogelijkheid om het vliegtuig te pakken. Een groot aantal mensen heeft simpelweg niet het economisch kapitaal om te kunnen vliegen. Zo worden toeristische landen overspoeld met reizigers, terwijl de eigen inwoners geen vlucht kunnen bekostigen. Griekenland is hier een voorbeeld van. In 2018 reisden meer dan negenhonderdduizend Nederlanders voor vakantie af naar Griekenland. Het totale aantal toeristen dat hetzelfde jaar naar Griekenland reisde, zo’n dertig miljoen, was bijna drie keer zoveel als het aantal Griekse inwoners. Dit is een pijnlijke illustratie van deze economische ongelijkheid tussen landen, vooral als je beseft dat 25 procent van de Griekse bevolking werkloos is.
De verschillen zijn indrukwekkend. In Griekenland vindt massatoerisme plaats, terwijl het merendeel van de bevolking zelf niet eens op vakantie gaat. Daarentegen is massatoerisme wel iets wat Griekenland draaiende houdt. Op veel plaatsen is toerisme de enige bron van inkomsten. Vooral op de Griekse eilanden zijn er veel hotels en appartementen te vinden die belangrijk zijn voor de lokale economie. Hoewel hier dus sprake is van een pijnlijke tegenstelling, profiteert de Griekse economie wel degelijk van het toerisme.
Hand in hand over het strand?
De politieke en economische situatie waarin je opgroeit bepaalt of je het je kan permitteren om te vliegen. Je politieke of economisch klimaat is moeilijk aan te passen en dus is het moeilijk om je positie om te kunnen vliegen te veranderen. Daarentegen zijn er ook mensen die ervoor kiezen om niet te vliegen, ook al groeien ze op met het privilege. Het Parool maakte afgelopen zomer bijvoorbeeld bekend dat veel LHBTQI+ stellen terug de kast in gaan wanneer zij op reis gaan. Zowel in Nederland, als in het buitenland is het nog altijd niet algemeen geaccepteerd dat er LHBTQI+-stellen zijn. In het artikel van Het Parool wordt de anekdote gegeven dat een homoseksueel stel bij het reserveren van een hotel in eerste instantie twee eenpersoonsbedden kreeg, die onmogelijk verenigbaar waren. Dit gebeurde terwijl het stel expliciet had gevraagd om een tweepersoonsbed. Dit speelde zich niet eens af in het buitenland, maar in het Friese Leeuwarden. Vergelijkbare verhalen zijn bekend bij het Parool over situaties in Ljubljana, Noord-Portugal of op een Middellandse-Zee-cruise. Het voorbeeld over Leeuwarden gaat niet per se over het kunnen permitteren van een vliegreis, maar over het veilig voelen tijdens het reizen, wat blijkbaar ook een privilege is.
Het vliegtuig nemen is niet voor iedereen weggelegd. Het hangt af van het politieke of economische klimaat waarin men is opgegroeid. Daarnaast kunnen ook culturele of sociale principes ertoe leiden dat reizen belemmerd kan worden. Afgelopen september klaagde misdaadverslaggever Peter R. de Vries op Twitter over te weinig beenruimte bij Transavia. In plaats van een klaagzang op sociale media publiceren, kan hij de volgende keer misschien beter stilstaan bij zijn voorrecht om te kunnen reizen.
Comments