Tekst // Tessa Bouwmeester
Vroeger las ik boeken met een belerende toon: Hoe overleef ik mijn ouders?, Hoe overleef ik mijn eerste zoen? Het waren de handleidingen tijdens mijn tienerleven. Hobbels en hindernissen werden genomen – allen volgens normatieve stappenplannen en richtlijnen. Sussend werd je langs persoonlijke dilemma’s en gedoogde ongehoorzaamheden geleid. Bladzijde per bladzijde werden mijn puberale gevoelens doorlopen en betutteld in hun algemeenheid. Woord voor woord – oplosmiddel voor puberale kwesties.
Twijfel over de intentie van die boeken is er nooit geweest. Ze leerden me tongen met een theelepel en stiekem het raam uitklimmen om toch naar dat feestje te gaan. Een evangelie voor de dolende tiener, op zoek naar authenticiteit en rebellie. Later ontdekte ik dat mijn zelfontplooiing en verzet tegen ouderlijk gezag waren gebaseerd op een recept geschreven door iemand van vijftig. Een zorgzaam moederfiguur dat me had behandeld met haar gehoorzaamheidsmedicijn. Eenmaal tot me genomen, volgde ik achteraf gezien braaf alle regels: ik sloeg met deuren, kocht stiekem graffiti en sloop ‘s nachts over straat. Ik vierde daarin de schijnbare zegetocht van mijn zelfontplooiing.
Dit alles was geen geheim voor mijn ouders. Mijn recalcitrantie was voor hen routine. Zo hadden zij het ook altijd gedaan.
Een crisis was geboren. Ontwapend door mijn eigen voorspelbaarheid bekeek ik mijn wankelende zelfbeeld. Ik zag slechts een speelbal van andermans oploswoede. Zijn er niet meer zoals ik? Zijn wij als generatie niet allen slachtoffers van Francine Oomen? Worden protestgevoel en rebellie niet altijd sussend in banen geleid? Ik zie ons worstelen met eigenwaarde, dromen en moraal. Wat vinden we, waar staan we voor en hoe vormen we onszelf in de schaduw van het normatieve verleden? Hoezeer we ook ons best doen om rebels en politiek te zijn, we zitten altijd verstrengeld in het engagement van onze voorgangers. Zij die denken dat het evangelie van protest het product is van alleen hún geestdrift. De babyboomers eisen onze erkenning en volgzaamheid. Ze noemen ons apathisch en passief. Zeggen in ons teleurgesteld te zijn.
Maar wij zijn niet teleurstellend of protestloos. We volgen slechts het stappenplan niet meer. Worden niet langer kleingehouden door pathetische labels als pubers of generatie X. Onze protestmarsen navigeren we nu op ons eigen kompas. Zelfs al klikken we onszelf de barricade op, dan doen we het wel op onze eigen manier.
Vandaag neem ik afscheid van het gedachtegoed van Francine Oomen. Ik bepaal vanaf nu zelf hoe ik moet tongen, hoe ik tegendraads moet zijn en tijdelijk onhandelbaar. Stoot haar en de vergulde protestgeneratie van de troon. Ik stel voor: wij allemaal.
Comments