Tekst /// Mark Middel & Mendel Op den Orth Hoofdbeeld /// Lotje van den Dungen
Vanuit Amsterdam en Parijs schrijft Bas Heijne opiniestukken, toneel en boeken. Een van die boeken is het onlangs verschenen Onbehagen, dat ingaat op de afbrokkeling van het verlichtingsdenken en de daarmee samenhangende opkomst van het populisme. Waar komen deze ontwikkelingen vandaan en is er een alternatief voor het populisme?
Bas Heijne ziet zichzelf als een kind van de Verlichting. Een tijdsperiode die gekenmerkt wordt door het menselijke gelijkheidsideaal en wetenschappelijke ontwikkeling. Maar door de aanslag op Charlie Hebdo en een rally van Donald Trump van dichtbij te ervaren, beseft hij dat het verlichtingsdenken aan terrein verliest. Het verlichtingsdenken was volgens Heijne gestoeld op gelijkheidsidealen die aangeleerd waren om een betere samenleving te vormen, maar hij ziet die samenleving nu in snel tempo veranderen.
Volgens Heijne is politiek steeds belangrijker geworden voor mensen, evenals het reflecteren op de maatschappij. Waar men in de jaren negentig nog dacht ‘het is best goed geregeld’, daar lijkt men nu iedere kans aan te grijpen om kritisch te zijn. In zijn columns probeert hij maatschappelijke problemen aan te kaarten, andersdenkenden te begrijpen en op zoek te gaan naar een antwoord op de veranderingen in de maatschappij. ‘In mijn columns wilde ik een lijn hebben. In 2001 bedacht ik me dat er twee onderwerpen spelen in de moderne tijd. De natie en vrijheid. Daaruit zijn twee vragen ontstaan: Wat is Nederland? En hoe ga je om met vrijheid? Die vragen ontploften op 11 september 2001. Het populisme kwam op met nationalistische voorbeelden als Wilders, Erdogan en Poetin. Het beschermde wereldbeeld waarmee ik ben opgegroeid is onder druk komen te staan. De opwinding daarover ligt bij rechts, die zeggen dat “Nederland Nederland niet meer is”, maar het is ook de plicht van links om zich over deze kwesties te buigen.’
Je kunt niet alleen maar tegen Wilders zijn. Je moet ook een alternatief bieden.
Heeft links dat te lang niet gedaan?
‘Dat denk ik wel. Sociaal-culturele kwesties zijn door links als achterlijk afgedaan. Daar moet je wel een antwoord op vormen. Je kunt niet alleen maar tegen Wilders zijn. Je moet ook een alternatief bieden.’
Je leest het veel, dat de PvdA geen groot verhaal of een tegenverhaal heeft.
‘“Groot” mag je weglaten, dat is alsof de ideologieën weer moeten terugkomen. Ik denk dat je dat niet moet willen. Het vormen van een idee wat eigenlijk een samenleving is en hoe individuen zich verhouden tot de gemeenschap is volgens mij de opdracht die politieke partijen zouden moeten aangaan. De ChristenUnie heeft dat altijd wel begrepen maar de PvdA bijvoorbeeld niet. Plotseling begint Samsom (fractievoorzitter van de PvdA, red.) te roepen dat ze de afgelopen jaren veel op de economie hebben ingezet en zich nu op de sociaal-culturele problemen moeten focussen. Dan komt er vaak een Wilders-light om de hoek kijken. Dat is niet wat ik bedoel. Je moet een alternatief verhaal hebben. En dat verhaal hoeft helemaal niet groot te zijn in de zin van een ideologie, want dat is makkelijk schampen. Het gaat erom dat je een visie ontwikkelt en dat kan heel rustig, bedaagd en gematigd zijn – over wat samenhang in de samenleving voor jou betekent. Maar voordat je iets wilt veranderen, moet jij je bewust zijn van de situatie. Dus je moet proberen te doorgronden waar Wilders of Trump vandaan komt.’
Om een verklaring te geven voor wat er nu gebeurt in de samenleving, grijpt Heijne in zijn boek Onbehagen terug op het verlichtingsdenken, met vrijheid, gelijkheid en broederschap als idealen. Het was het ideaalbeeld van een samenleving waarin minderheden een gelijkwaardig onderdeel waren, maar ook waar afstand werd genomen van een dogmatisch autoriteitsgeloof en de wetenschap centraal kwam te staan. Tegenwoordig ziet Heijne twee problemen die voortkomen uit het verlichtingsdenken: de individualisering en de verwetenschappelijking van de mens.
‘Het probleem van de individualisering is dat mensen toch gemeenschap zoeken. Dat is iets wat zowel links als liberaal-rechts uit het oog verloren zijn. Mensen hebben een bedding nodig om te zijn wie ze zijn. Maar die bedding hoeft helemaal niet het nationalisme uit 1950 te zijn. Het multiculturalisme was ook voor even een bedding.’
‘Het andere resultaat van de Verlichting is de rationalisering of verwetenschappelijking van het mensbeeld. Daaruit volgt het idee dat je alles in cijfers kan uitdrukken. De taal van de cijfers is ook de taal van de politiek geworden. Als je het allemaal rationeel uitlegt – als je zegt: “u denkt dat de criminaliteit stijgt, maar dat is niet zo volgens deze statistiek” – dan is dat op zich een goed argument, maar je hebt de mensen daarmee nog niet overtuigd.’
De mens maakt zich geen zorgen over een jongen van twaalf jaar aan de andere kant van de wereld.
Is het nog wel mogelijk om ons vast te houden aan de verlichtingsidealen?
‘Het cruciale aspect is dat je in deze idealen met menselijk materiaal te maken hebt. Het humanisme moet zich dus altijd bewust zijn van de beperkingen van de mens en niet de mens gaan verheerlijken als de maat van alle dingen. Die Verlichting is iets heel moois, maar we moeten niet denken dat als je jouw handtekening onder die idealen van de Verlichting zet, dat je dan verlicht bent. De Verlichting is een streven naar iets waarvan je weet dat je er van nature niet bijzonder goed voor bent uitgerust. De mens is niet uitgerust om zich zorgen te maken over een jongen van twaalf jaar aan de andere kant van de wereld die je schoenen maakt. Alleen moreel gezien heb je die verplichting wel.’
Hoe overtuig je mensen dan wel van bepaalde idealen?
‘Als je op een gegeven moment steeds meer verzakelijkt, als alles steeds meer big data wordt, als je steeds meer uit een verhaal wordt getrokken, dan worden mensen ongemakkelijk. Dan krijg je plaatsvervangende verhalen die steeds absurder zijn. Dan beland je in een heel eigen wereld. Het idee van het kalifaat, maar ook van make America great again, is een totale absurditeit. Het zijn allemaal ficties. De fout die mensen vervolgens maken, is denken dat we van “de fictie” af moeten, maar als mens kun je niet van de fictie af, de mens heeft een fictie nodig. We hebben verhalen nodig die stimuleren en bedding en samenhang geven.’
Zijn die ficties het resultaat van het verlichtingsdenken, maar dan versplinterd in kleine groepjes met ieder zijn eigen ideeën?
‘Zijn Turkse nationalisten het product van de Verlichting? Ik denk juist van de contra-Verlichting. Dat is mijn stelling: de contra-Verlichting is terug door het populisme, dat de nadruk legt op cultuur, geschiedenis en de groep. Het brede verlichtingsideaal is ondermijnd en staat zwak, waardoor men terugvalt op kleine verhalen.’
Ziet u door de opkomst van het populisme dan ook het ontstaan van een kloof tussen de elite en het volk?
‘Wat dat betreft ben ik een aanhanger van Bourdieu, die zegt dat mensen geneigd zijn om zich te verenigingen om gedeelde idealen, principes en ideeën. Maar dat als ze elkaar daarin eenmaal gevonden hebben, ze ook een soort bubbels vormen. Een kloof is daarmee misschien een verkeerd beeld; het zijn eerder bubbels. Men leeft in bubbels en daardoor kan men niet zien wat de krachten daarbuiten zijn. Iedereen kent alleen maar mensen die hetzelfde denken als zijzelf, daardoor blijft die sociale bubbel intact.’
Hoe kunnen we aan die bubbels ontsnappen?
‘Door bewustwording. Als de samenhang in de samenleving minder wordt door de individualisering en verwetenschappelijking van de mens, dan gaan mensen in abstracties denken. Ze zien de ander steeds meer als een vertegenwoordiger van iets. “De moslim”, “de gutmensch” of “de dobberneger”, zijn allemaal abstracties waardoor mensen in wezen ontmenselijkt worden. Of dat te stoppen is, weet ik niet. Doordat het populisme terugvalt op kleine verhalen, wordt de identiteit steeds belangrijker. Dat zie ik als een hele negatieve ontwikkeling. Als je die zou kunnen slopen, dan zou voor mij de winst binnen zijn. Maar ga daar maar eens tegen in.’
De taal van de cijfers is ook de taal van de politiek geworden.
Is dat haalbaar binnen de politiek?
‘Als je politicus bent en je hebt een visie dat je naar A wilt, maar je moet samenwerken met mensen die naar B toe willen, dan moet je een compromis sluiten. Maar als je geen idee hebt waar je naartoe wilt en je gaat enkel kijken wat er haalbaar is, dan ben je geen politicus; dan heb je geen visie. Bernie Sanders kan bijvoorbeeld wel compromissen sluiten op basis van zijn visie. Dat kan dan mislukken, maar ik vind het wel moedig dat je uiteindelijk niet in je eigen geluid blijft opgesloten. Ik hoop dat er meer van dat soort politici komen.’
In september verscheen het essay ‘Onbehagen: nieuw licht op de beschaafde mens’ waarin Bas Heijne een verband zoekt tussen het populisme en de tanende verlichtingsidealen. Ambo|Anthos uitgevers, €10,-.
Comments