Frustraties tijdens het dragen van een t-shirt
*Dit artikel bevat afbeeldingen en teksten over zelfbeschadiging. Als je worstelt met zelfbeschadiging en/of gevoelig bent voor eventuele triggers, adviseren we je om dit artikel niet te lezen. Bel 0800-0113 als je hulp nodig hebt of hier met iemand over wilt praten.
Tekst: Nadine van Rietschoten
Beeld: Rozan Snoek
Op een zomerse dag zit ik in de tram naar huis. Ik draag een t-shirt en een vrouw is naar de littekens op mijn arm aan het staren. Ik voel mezelf steeds bozer worden. ‘Laat mij gewoon korte mouwen dragen’, denk ik. Wanneer ik opsta werp ik haar een geïrriteerde blik toe. Mijn aandacht valt dan op iets anders: haar armen zitten onder de littekens. Haar blik was er geen van veroordeling, maar van herkenning.
Als je zelf nooit met zelfbeschadiging geworsteld hebt, ken je hoogstwaarschijnlijk mensen die dat wél hebben gedaan; of je er nu bewust van bent of niet. Het is een ontzettend gevoelig onderwerp dat niet iedereen altijd even goed begrijpt. De eerste keer dat ik mezelf heb gesneden was dertien jaar geleden. Ik was toen tien. Toen begreep ik niet helemaal wat ik deed en ik denk dat ik mijn omgang ermee nog steeds niet helemaal snap. Ondanks dat ik vele jaren verder ben, bevind ik me nog steeds in een vermoeiend dilemma over mijn littekens: in welke situaties is het acceptabel ze te laten zien en in welke niet? Meestal ben ik comfortabel met het laten zien van mijn inmiddels genezen littekens, maar toch ben ik bang om anderen ongemakkelijk te laten voelen of om nare opmerkingen te krijgen. Eigenlijk zou ik helemaal nergens het gevoel moeten hebben dat ik mijn littekens bedekt zou moeten houden. Ik heb ontzettend hard gewerkt om te zijn waar ik nu ben. Het zou daarom belachelijk zijn om van die worsteling een geheim te maken. Zelfbeschadiging bestaat en mensen hebben littekens; wen er maar aan.
Verbergen
Misvattingen over zelfbeschadiging kom ik nog steeds tegen. Het wordt vaak bestempeld als iets waar vooral jonge vrouwen naar grijpen als een schreeuw om aandacht. Dit soort stereotypen hebben vergaande consequenties. Nadat mijn mentor van de middelbare school mij onder druk had gezet om mijn genezende wonden te laten zien, kreeg ik de vraag of ik het deed om andere mensen te ‘kopiëren’. Om deze reden denken sommigen dat littekens van zelfbeschadiging bedekt moeten blijven. Zo verzocht de leraar van een vriendin van mij haar om haar littekens voor klasgenoten te verbergen om zo niet ‘anderen op ideeën te brengen’. Zelfs in de psychische zorg is openlijk praten over zelfbeschadiging een moeilijke kwestie. Persoonlijk heb ik dit nooit meegemaakt, maar ik heb vrienden horen vertellen over ervaringen met therapeuten die na een voorval van zelfbeschadiging dreigden met een gedwongen opname. Vaak moedigt dat vooral geheimhouding aan. Wanneer ik nu zelf in therapie vertel over een terugval of het risico daartoe, herinneren mijn therapeuten me voorzichtig aan de volgende voorwaarde: als snijden een te groot probleem wordt, kan ik mijn huidige vorm van therapie niet meer volgen.
Gevoelige inhoud
Wanneer je op Instagram de hashtag ‘self harm’ intypt, krijg je geen resultaten. In plaats daarvan verschijnt de optie ‘hulp krijgen’, die naar diverse hulplijnen verwijst. Vervolgens gaat Instagram een stapje verder: foto’s waarop littekens zichtbaar zijn, worden ‘geflagged’ als gevoelige inhoud. De afbeelding is dan wazig, in het midden staat een doorstreept oog met daaronder de woorden ‘gevoelige inhoud.’ Soms worden posts ook grofweg verwijderd. Met dit beleid wil Instagram kwetsbare gebruikers beschermen. Ik ben er juist van overtuigd dat het normaliseren en meer zichtbaar maken van lichamen met littekens van zelfbeschadiging, bevorderlijk kan zijn voor bewustwording. Het zou mij ook juist helpen om meer lichamen te zien met littekens zoals het mijne. Maar die zijn op instagram moeilijk te vinden; zulke lichamen zijn te aanstootgevend.
Zelfcensuur
Ik wil me heel graag verzetten tegen opgelegde censuur van zelfbeschadiging. Maar soms is het ontzettend fijn om mijn littekens te kunnen verbergen. Wanneer iemands littekens wél zichtbaar zijn, weet namelijk niet iedereen hoe ze daarop moeten reageren. Meestal zijn opmerkingen van vreemden goed bedoeld maar toch ongepast. In mijn ervaring gaat dit dikwijls gepaard met het ongevraagd aanraken van mijn littekens; vrijwel altijd door mannen. Tijdens een feestje in de kroeg waar ik werk, werd ik midden in een gesprek onderbroken door een jongen die mijn bovenarm vast pakte. ‘Wil je het nooit meer doen, voor mij?’ vroeg de voor mij volslagen vreemde. Ook ben ik bijna niet meer verrast wanneer een man me vraagt of hij me op m’n littekens mag kussen. Het voelt oneerlijk dat de hele wereld met één blik zicht heeft op een ontzettend kwetsbaar stukje van mijn leven. Ik wil gewoon kunnen dansen in een topje. Ik vind de keuze die ik heb in het wel of niet verbergen vooral moeilijk na een terugval. Ik onderwerp mezelf dan aan eindeloze zelfcensuur, tot ik beslis dat de nieuwe littekens niet te choquerend meer zijn. Het verbergen begint bij het dragen van lange mouwen of broeken. Ook moet ik opletten dat mijn mouw niet omlaag glijdt als ik een fles drank pak van een plank achter de bar op mijn werk. Ik zorg er voor dat ik mijn mouwen niet te ver opstroop als ik iets afwas. Daarnaast draag ik lange mouwen en een lange broek als ik ga sporten, ondanks dat ik dat vreselijk oncomfortabel vind. Ik kan thuis niet in mijn pyjama naar de wc lopen voor het geval ik een huisgenoot tegenkom. Maar het moeilijkste van dit verbergen, is dat ik me alleen voel in het constant nadenken over deze keuzes.
Verbinding
De realiteit is dat ontzettend veel mensen met dit probleem worstelen. Ik ben slechts een van de mensen waarbij dat gevecht te zien blijft. Die zichtbaarheid maakt mij makkelijk herkenbaar en aanspreekbaar. Dit geldt zowel voor ongepaste opmerkingen als voor ontmoetingen met mensen die zich herkennen in het verhaal dat mijn littekens vertellen. Ik kan immers met korte mouwen op geen enkele manier beweren dat ik een vreemde ben voor mentale gezondheidsproblematiek. Wanneer ik zelf iemand met zichtbare littekens tegenkom, voel ik me een stukje minder eenzaam in deze worsteling. Ik heb zoveel veelbetekende blikken gedeeld met vreemden in liften, op werk, op feestjes en in het OV. In één oogopslag weten de ander en ik dat we samen dit gevecht beleven. We begrijpen elkaars dilemma. Dat hadden we niet gedaan als we in dat moment ervoor gekozen hadden onze littekens te bedekken.
Argumenten voor het bedekt houden van littekens lijken soms goedbedoeld, maar het aanzetten tot verbergen zorgt enkel voor meer schaamte. Doen alsof zelfbeschadiging niet bestaat helpt helemaal niemand. Jarenlang heb ik gezwoegd. Ik verdien het om te dragen wat ik wil. Ik heb het recht om verder te gaan met mijn leven zonder starende blikken of opmerkingen. Maar ook wanneer de wereld niet meewerkt en dit wél gebeurt, is de vrijheid het waard. Tegen iedereen die met zelfverwonding worstelt of geworsteld heeft, wil ik zeggen: je mag altijd een t-shirt dragen. Maar boven alles, wil ik dat vooral tegen mezelf zeggen.
Comments