De vervuilende connectie tussen vlees en mannelijkheid
Tekst en beeld: Masja Willekens
In het restaurant waar ik werk bediende ik laatst een groepje mannen: middelbare leeftijd, kraakwitte overhemden. Hoog tijd voor de vrijmibo na een lange kantoordag. ‘Doe maar vier bier en bitterballen, alsjeblieft.’ ‘Vier vaasjes?’ vroeg ik. ‘En oh ja: we verkopen alleen vegan bitterballen.’ ‘Vegan? De man keek alsof hij water zag branden. ‘Gatverdamme, Sjoerd, dat eten wij niet hoor.’ De mannen lachten, schudden hun hoofden, en hielden het op een portie grillworst.
Lekker blijven barbecueën
In 2019 kreeg demissionair-premier Mark Rutte bij de Ochtend Show To Go een aantal kijkersvragen rondom klimaatverandering voorgeschoteld. ‘We moeten niet doorslaan met het nemen van klimaatregelen,’ was zijn standpunt: ‘We moeten lekker kunnen blijven barbecueën.’
Naast deze ‘visie’ van Rutte omtrent klimaatverandering, symboliseert deze opmerking ook de positie van vlees in onze maatschappij. Vlees is gezellig, vlees is luxe, vlees is feestelijk en bovenal: vlees is mannelijk. De ultieme VVD-man eet vlees en kiest voor een leider die hem zijn avondje barbecueën gunt.
Je bent wat je eet
Is de link tussen mannelijkheid en vlees zo evident? Volgens Trouw-redacteur Djuna Spreksel wel. ‘De echte carnivoor is een man’ luidde de kop van het artikel waarin ze de link uiteenzet. Ze stelt dat antropoloog Claude Lévi-Strauss in 1966 al schreef: ‘Gegrild vlees, waarin de anatomie van het dier nog te herkennen is, belichaamt voor de westerse mens de ultieme mannelijkheid.’
Dat gender uitmaakt bij het eten van vlees, blijkt uit onderzoek van I&O Research: mannen eten anderhalf keer meer vlees dan vrouwen. In 2020 at 5,9% van de vrouwen vegetarisch, waar dat bij de mannen bleef steken op 1,8%. Hoe kan dit?
Psychologisch onderzoek wijst uit dat mensen kiezen voor gedrag dat past bij het beeld dat ze van zichzelf hebben. Bij dit beeld speelt het geslacht voor mannen een belangrijke rol. Een man zal meer neigen naar typisch ‘mannelijk’ handelen dan dat een vrouw enkel voor ‘vrouwelijke’ acties kiest. Dit komt doordat mannen elkaar sneller afrekenen op gedrag dat afwijkt van de masculiene norm. Een IAT-test - die onbewuste associaties meet - toont aan dat milieubewust handelen geassocieerd wordt met ‘vrouwelijk’ gedrag. Mannen die zich houden aan deze norm laten daarom een duurzame levensstijl links liggen, en nemen gauw nog een kippenpoot.
Vlees-verleden
Maar waaróm wordt vlees eten gezien als masculien? Ligt het aan ons prehistorische verleden van jagen en verzamelen? Mannen in berenvel, gewapend op pad om te jagen op voedsel voor hun stam? Het verschil met het hedendaags vergaren van vlees is alleen dat mannen geen gevecht van leven of dood meer hoeven te voeren. Ze slenteren simpelweg naar de dichtstbijzijnde Albert Heijn om vervolgens twee ingevroren biefstukjes af te rekenen. Is dat nog macho?
Bovendien luistert het typische beeld van de prehistorische, jagende man niet zo nauw. Onderzoek van antropoloog Randy Haas toont aan dat vrouwen net zo goed meededen aan de jacht. In het huidige Peru zijn graven gevonden van tienduizenden jaren oud waarin vrouwelijke skeletten vergezeld zijn door uitgebreid jachtgerei. Haas schat een vrouwelijke deelname aan de jacht op 30 tot 50 % en suggereert hiermee dat het een bijna genderneutrale activiteit was. Vlees eten beschouwen als eeuwenoud, typisch masculien fenomeen is dus onterecht.
Vlees maakt groot en sterk?
Ook de aanname dat mannen biologisch gezien meer vlees nodig hebben dan vrouwen is onjuist, stelt Kees de Graaf, hoogleraar Sensoriek en Eetgedrag aan Wageningen Universiteit.
Zo worden in de documentaire Gamechangers topsporters gevolgd die allen veganistisch eten. Bij vechtsport, wielrennen, gewichtheffen, boksen, zwemmen en hardlopen blijkt het plantaardige dieet the key to success te zijn. Men heeft geen dierlijke proteïne nodig om groot en sterk te worden: de proteïne uit vlees komt namelijk voort uit de planten die dieren eten. Koeien, kippen en varkens worden hiermee een overbodige schakel in de voedselketen. Want wie geheel plantaardig eet, krijgt meer dan 70 % méér proteïne binnen dan de minimale benodigdheid. Dit overschot zorgt voor meer spieropbouw, een sterker immuunsysteem en een hoger energieniveau. Voor topsporters is dit overschot van essentieel belang, maar voor de rest van de bevolking is dit ook van harte welkom.
Cliché commercie
De link tussen masculiniteit en vlees is dus niet historisch, noch biologisch te verantwoorden. De commercie blijft er echter onvermoeid op inspelen. Het is een cliché: reclames vol sudderende vleeslappen gevolgd door een shot van mannen, proostend boven de barbecue. Of, zoals in een reclame van Kwekkebooms Black Angus bitterballen, een bitterbal nemen die door de vrouw wordt klaargemaakt en aangereikt. Wel door een knappe, blonde vrouw met een diep decolleté natuurlijk. Manneuh!
Ietsje minder vlees
Toch worden er pogingen gedaan deze norm te doorbreken. Arjen Lubach maakte in 2016 met Zondag met Lubach een item met de titel ‘Moeten we misschien iets minder vlees eten?’ De vleesindustrie, stelt hij, is de meest vervuilende industrie ter wereld. De veeteelt stoot evenveel broeikasgassen uit als alle auto’s, brommers, boten, treinen én vliegtuigen bij elkaar. Daarnaast is ook het waterverbruik een probleem: voor één kilo rundvlees is gemiddeld vijftienduizend liter water nodig. Ten derde vindt voor de voedselproductie van vee ontbossing plaats, waardoor er in Zuid-Amerika in de laatste vijf jaar al twee miljoen hectare bos verdween. Lubach blijft echter voorzichtig: hij benadrukt dat hij ook écht #TeamVlees was, maar nu ‘ietsje minder’ vlees gaat eten.
De reden van zijn behoedzame benadering ligt niet aan een gebrek aan overtuiging, maar aan het feit dat hij juist een bepaalde doelgroep wil bereiken. Een doelgroep die, zodra je begint over dierenleed, milieuvervuiling en eventuele vleesvervangers, direct zijn oren dicht doet. Net als Sjoerd en zijn vrienden op mijn terras.
Politieke angsthazen
Dat ook onze politieke leiders hier last van hebben, blijkt uit de opmerking van Rutte. Teun van de Keuken schreef hierover in de Volkskrant: ‘Onze overheid is zo bang dat ze niet durft op te roepen minder vlees te eten’. Hij benadrukt dat in geen van de duurzaamheidscampagnes de maatregel ‘minder vlees eten’ benoemd wordt. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was hier namelijk op tegen: het onderwerp zou ‘politiek gevoelig zijn’ en ‘controverse oproepen’. Het ministerie wil burgers enthousiasmeren ‘kleine stapjes’ te zetten richting een duurzaam bestaan. Mooi, maar als we Lubach mogen geloven hebben we eerder zevenmijlslaarzen nodig. Bovendien klinkt ‘lekker blijven barbecueën’ niet als een klein stapje vooruit, maar als een ingedrukte pauzeknop.
Brandweerman
Het is duidelijk: de vleesetende man is van fictieve aard, maar wél vervuilend. Het eten van vlees is niet biologisch bepaald, niet te wijten aan een prehistorische genderverdeling en niet ‘gezonder’ dan plantaardig voedsel. Blijkbaar werkt het stereotype commercieel gezien, maar draagt het indirect bij aan milieuvervuiling. Mijn vraag is: waar blijven de spotjes met mannen die een vegaburger eten terwijl ze in een elektrische Porsche rijden, of Kipstuckjes van de Vegetarische Slager verslinden onder het genot van pils?
Ook de politiek moet minder angstig zijn om mannelijke kiezers kwijt te raken. Deins niet terug voor ‘controverse’, Rutte. Onze planeet staat namelijk in brand. Wie wil helpen blussen, hoeft geen professionele brandweer te zijn. Begin maar bij het proeven van de vegan bitterballen. Dán ben je pas een man.
Comments