top of page
Lise van der Veer en Roos de Wijs

Loslaten om lief te hebben

‘Er is een Spaans spreekwoord dat zegt: “de liefde en de angst eten niet van hetzelfde bordje”.’ Toch zijn deze twee aan elkaar verbonden. In de liefde kunnen we soms verstikkend jaloers zijn of onszelf tegenhouden verliefd te worden. Waarom doen we dit en wat kunnen we eraan doen? Onderzoeksjournalist Mark Mieras vertelt hoe angst en liefde nog meer met elkaar verbonden zijn, maar ook hoe je angst binnen de liefde kunt trotseren.



Tekst // Lise van der Veer & Roos de Wijs Beeld // Jolijn Sterk & Tobiah Palm


Mark Mieras, van huis uit theoretisch natuurkundige, heeft zich gespecialiseerd in hersenonderzoek en is momenteel werkzaam als onderzoeksjournalist. In zijn onderzoek richt hij zich op de werking van de hersenen en analyseert hij hoe mensen functioneren in diverse situaties. Dit doet hij voornamelijk op basis van neuropsychologisch onderzoek, maar hij zegt er zelf niet aan te ontkomen dit te ondersteunen met psychologie en antropologie. Mieras bracht verscheidene boeken uit, waaronder één over de liefde. Hij probeert hierin een zo helder mogelijke uiteenzetting te geven waar zowel culturele omstandigheden als de werking van het brein samenkomen. Mieras kwam bij het thema terecht doordat hij merkte dat het iets is wat veel mensen enorm bezighoudt. ‘Iedereen zoekt naar een soort oplossing voor de puzzel van de liefde.’


Als angst om de hoek komt kijken

Mieras beschrijft de angst en de liefde als twee verschillende werelden die met elkaar verbonden zijn via de achterdeur. Daar waar verliefdheid en liefde ontstaat, ontstaat bijvoorbeeld ook jaloezie. Dat heeft alles met angst te maken en de één is er gevoeliger voor dan de ander. Daar waar de jaloezie is, wil je de ander aan je vastgeklonken houden. Het is dan niet meer zo dat je erop vertrouwt dat je wel bij elkaar zult blijven omdat je elkaar lief vindt, maar je wil eigenlijk de ander als het ware opsluiten. In de liefde is het uitgangspunt dat je elkaar alles gunt, maar op het moment dat er een soort dwangmatige neiging ontstaat om de relatie bij elkaar te houden uit angst wordt er een paradoxale situatie geschapen. Een verliefde gunt de ander alles, maar in de jaloezie krijgt het iets omgekeerds waarin je niet wilt dat de ander blij is met iemand anders. Angst in de liefde is niet alleen terug te zien in jaloezie, maar ook bij bindingsangst. Mieras beschrijft bindingsangst als een diep mechanisme; iets wat ver terug gaat. Hij legt uit dat het vermogen om je te binden al in de vroege jeugd ontstaat. De intimiteit, die je toen ontving van je ouders, heb je geleerd te associëren met liefde. Al heel vroeg leert de baby in dat intieme contact de stof oxytocine aan te maken. Dat is een stof waardoor het in staat is om vertrouwen te geven aan een ander. Er zijn bepaalde genetische verschillen die bepalen dat de ene persoon dat wat makkelijk doet dan de ander. Met name mannen hebben soms een afwijking dat ze de gevoeligheid voor die stof oxytocine missen. ‘Je ziet dan ook dat die vaak hun leven lang blijven tobben in de liefde: heel vaak alleen zijn, relaties hebben die snel weer opbreken en ergens gemankeerd zijn in hun vermogen om een duurzame relatie op te bouwen.’ Het binden aan de ouders in de vroege jeugd is dus een cruciaal proces, niet alleen voor de eigen ontwikkeling in de kindertijd, maar ook omdat je later in het leven diezelfde chemie weer nodig hebt om je aan een partner te binden.


Het ongemak omarmen

Mieras vertelt dat jongeren meer moeite lijken te hebben met het in standhouden van een liefdesband of relatie in vergelijking met vroeger. Of al deze mensen last hebben van bindingsangst betwijfelt hij. Hij legt uit dat er geen liefde kan bestaan zonder ongemak. ‘Sterker nog, je wordt niet eens verliefd als je dat ongemak niet aangaat’, gooit hij er bovenop. ‘Ik denk dat het met de tijd te maken heeft, het zit heel erg in onze cultuur, alles is gemakkelijk. Dat gaat veel verder terug, namelijk in de manier waarop wij als kind opgroeien.’ Hij legt uit dat onze ouders voortdurend bezig zijn het ons gemakkelijk te maken, wat zij weer doen uit een groot ongemak, namelijk de angst dat je iets overkomt. ‘Dat was in mijn tijd veel minder. Mijn ouders hadden echt geen idee waar ik uithing, als ik maar voor het avondeten thuis was.’ De ruimte om je eigen weg te gaan, om je eigen ongemak te trotseren is veel kleiner geworden. Ouders zijn er voortdurend bij om de problemen van hun kinderen op te lossen. Ze leren jong al om niet in dat ongemak te zijn. ‘We denken altijd dat verliefdheid iets is wat plotseling gebeurt. Je komt elkaar tegen en je bent voor elkaar geschapen. Dat is een verhaal wat we elkaar vertellen, maar dat is niet zoals het echt gaat.’ De verliefdheid ontstaat volgens Mieras namelijk pas op het moment dat mensen kwetsbaar zijn. Ongemak kan dit creëren. Je zou kunnen zeggen dat social media en bijvoorbeeld Tinder dat proces in de weg staan, want het is te gemakkelijk. ‘Je kunt als het ware vanuit de veiligheid daten, terwijl dat precies de verkeerde houding is. Juist daar waar je in het ongemak durft te zijn, daar kan er iets gebeuren.’ Ook in de tienerjaren is het leven tegenwoordig erg gemakkelijk georganiseerd. Daarmee schep je eigenlijk een soort discrepantie tussen de toestand waarin wij verkeren en de toestand die je nodig hebt om je echt over te geven aan verliefdheid. In feite is de bindingsangst dus ook een beetje aan onze cultuur te danken. ‘Op het moment dat je in die ongemakkelijke situatie komt dat iemand zegt “ik vind jou leuk” associëren we dat met “hier gaat iets verkeerd geloof ik, want ik voel me ongemakkelijk”. We hebben de neiging om weg te rennen in plaats van dat we geleerd hebben dat je door het ongemak heen moet om er aan de andere kant van de sloot, weliswaar met natte kleren, trots en tevreden uit te komen. En zo is dat ook met de liefde.’


Omgaan met bindingsangst

Wanneer het ongemakkelijke gevoel uit een dieper mechanisme voortkomt, is er sprake van bindingsangst. Dit is iets wat vaker voorkomt dan je denkt. Vooral in het begin van een relatie kan het lastig zijn om bindingsangst te herkennen. ‘Heel vaak hebben we de neiging om als de ander weifelachtig is, zelf ook weifelachtig te zijn. Je kunt jaloezie versterken door net te doen alsof je zelf ook nog niet een gelopen race bent. Dat is een spel wat vaak gespeeld wordt; je doet dan net alsof je nog aan het rondkijken bent.’ Dit ‘spel’ kan ervoor zorgen dat mensen doen alsof ze ongeïnteresseerd zijn en soms zelf plotseling niets meer van zich laten horen. De verschijnselen van ‘het spel’ zijn ook verschijnselen die zich voordoen bij iemand met bindingsangst, maar dan zonder de bedoeling om jaloezie op te wekken. Mensen met bindingsangst proberen zich te verzetten tegen verliefdheid, dus zij zullen het ongemak juist ontwijken. Wanneer iemand uiteindelijk eerlijk durft te zijn, wordt het ongemak opgezocht en dit geeft de mogelijkheid een band te scheppen. Dan kan ook verliefdheid opspelen en dat is ‘de oplossing van de natuur’ tegen jaloezie, volgens Mieras. Het is daarom belangrijk om eerlijk en open te zijn, zodat het duidelijk is dat je serieus geïnteresseerd bent en de gelegenheid schept om verliefd te worden. Wanneer de ander het niet over zijn hart kan krijgen hetzelfde te doen, is het misschien verstandig om je eigen weg te gaan. Bindingsangst wordt wel eens gebruikt als excuus om anderen af te wijzen. ‘Als het zomaar uit het niets komt, zou ik er niets van geloven. Als iemand een relatie opgeeft vanwege bindingsangst, dan zou je dat eerder gemerkt hebben. Als je het hele proces al raar vond, dan herken je het.’ Wanneer het bijvoorbeeld steeds aan en uit gaat, iemand onberekenbaar is en de neiging heeft om weg te kruipen en er dan weer te zijn; dit zijn voorbeelden van tekenen waaraan je kunt herkennen of je te maken hebt met iemand met bindingsangst. Mensen die hier last van hebben, hebben bijvoorbeeld waarschijnlijk ook in collegiale relaties problemen. ‘Het kan wel zijn dat iemand bedoelt dat hij of zij zich niet aan jou kan binden, dan is het meer een persoonlijk ding. Dan zegt diegene meer “wij passen niet bij elkaar”.’ Wanneer je zeker weet dat je last hebt van bindingsangst, dan is het belangrijk om daar iets aan te doen. Bij mannen die het gen missen, is dit lastig. Je kunt er aan werken door ongemakkelijke momenten op te zoeken of naar een psycholoog te gaan. Een sociaal netwerk is ontzettend belangrijk, dus het is van belang dat je in sociale cohesie kunt functioneren. ‘Eenzaamheid is gevaarlijker dan roken en we weten inmiddels dat roken behoorlijk kwalijk is. Dat zegt wel wat.’

Naast dat het dus voor iedereen belangrijk is om ongemakkelijke momenten op te zoeken in de liefde, moet men ook de invloed van maatschappelijke normatieve ideeën niet onderschatten. Iedereen is op zoek naar de ideale partner, maar in feite bestaat die niet. ‘Er bestaan al heel lang standaarden in onze samenleving van hoe de liefde moet zijn. Mensen worden beoordeeld en mensen vinden overal wat van. Het idee van samen doodgaan is hier een voorbeeld van. Dit wordt gezien van als het ideaalbeeld, waardoor elke relatie die eerder uitgaat wordt gezien als een mislukking. Als je je realiseert dat we allemaal verschillend zijn, moet je durven liefde op je eigen manier vorm te geven en van die standaard af te wijken. Anders doe je jezelf geweld aan.’ Je moet kijken naar wat jij en jouw geliefde vinden, niet naar wat de buren vinden. Als je je daarvan losmaakt, dan ben je het gelukkigst. ‘Je moet de angst om anders te zijn trotseren. Kies ervoor liefde op je eigen manier te vieren in plaats van zoals de samenleving dat goed dunkt.’



1 view0 comments

Related Posts

See All

Comentarios


bottom of page