Het wereldwijde web kun je vergelijken met de drukpers. Beide uitvindingen maakten het mogelijk om veel sneller dan voorheen informatie te verspreiden. Zoals bij zoveel vernieuwingen, leverden ook deze innovaties veel kritiek op. Indertijd beweerden geestelijken dat de drukpers voornamelijk onzin de wereld in zou brengen, maar hadden ze gelijk? Tegenwoordig wordt het als een van de belangrijkste uitvindingen gezien.
Tekst: Lise van der Veer
Beeld: Jolijn Sterk
Als je op Twitter rondkijkt, lijkt er in veel berichten weinig diepgang te zitten. Tweets gaan vaak over banale zaken. Er wordt niet lang nagedacht over wat er wordt geschreven. Er zijn tweets te vinden zoals ‘Dolberg (een voetballer, red.) is kaulo shit hahahahahahaa’. Hier worden woorden gebruikt die in een boek, of de krant, niet snel te vinden zullen zijn. ‘Kaulo’ is straattaal en wordt gebruikt om iets een extra lading te geven, en komt net als ‘shit’ van oorsprong niet uit het Nederlands. Dit soort taalgebruik komt voornamelijk voor in spreektaal. Met de komst van sociale media worden dergelijke ideeën steeds vaker met veel mensen gedeeld en serieus genomen door de lezers. De omgang met het schrift is veranderd: er wordt ruimhartiger met taal omgegaan. Elke gedachtegang kan online worden gezet, zonder dat er wordt nagedacht over welke impact dit heeft. Bij wijze van spreken zou elke lezer de bovengenoemde tweet als waarheid kunnen beschouwen. In theorie zou Dolberg hierom ontslagen kunnen worden als voetballer, omdat iedereen gelooft dat hij slecht speelt. Dit is een extreem voorbeeld, maar het is wel de impact die het gebruik van sociale media kan hebben.
Monnikenwerk
De uitvinding van het schrift is een van de belangrijkste ooit. Het werd mogelijk om ideeën vast te leggen en op grotere schaal te verspreiden. Het vastleggen van taal was echter een ingewikkelde klus. Het was zo makkelijk nog niet om woorden op te tekenen. Voordat er iets geschreven werd, dacht men zorgvuldig na over de inhoud van de boodschap, en hoe die werd verwoord. Vervolgens was het van groot belang om zo min mogelijk fouten daarbij te maken, zodat het voor iedereen die het zou lezen duidelijk was. Rob Hartmans schrijft in Historisch Nieuwsblad dat het tot de 15e eeuw monniken ongeveer drie jaar kostte om een bijbel over te schrijven. Daarnaast kostten de materialen, zoals het perkament, veel geld. Daardoor was het eigenlijk alleen voor de elite weggelegd. Zo werd de kennis die werd vastgelegd en verspreid door hen bepaald. Het gewone volk kon zich deze dure handgeschreven werken niet veroorloven.
Het grote gevaar
Toen in 1455 de drukpers werd uitgevonden door Johannes Gutenberg, schreef de humanistische geleerde Enea Silvio Piccolomini enthousiast over de delen van de Latijnse Bijbel die Gutenberg kort daarvoor had voltooid. Hij zag, samen met andere geestelijken, direct in dat de drukpers een geweldig middel was om Gods Woord te verspreiden. Helaas voor de katholieke kerk bleek dat de verspreiding van ketterse ideeën ook veel makkelijker werd. In 1474 sprak de geestelijke Filippo di Strata: ‘Est virgo hec penna, meretrix est stampificata’. Dat betekent ‘de pen is een maagd, de drukpers een hoer’. Doordat het goedkoper en makkelijker was geworden om teksten te produceren, kon de kerk niet langer reguleren welke kennis werd verspreid. Het censureren van boeken door geestelijke of wereldlijke leiders werd moeilijker. Daarbij werd het voor een groter publiek bereikbaar. Volgens de geestelijken werd er rommel gedrukt en draaide het niet langer om de inhoud, als het maar geld opleverde. Het geschreven woord was volgens hen minder waardevol en de drukpers was een groot gevaar geworden.
De angst van de geestelijken voor de drukpers was niet ongegrond. In 1517 spijkerde Maarten Luther in Wittenberg een plakkaat met 95 theologische stellingen aan de deur van de Slotkerk. Met deze stellingen viel hij de algemeen aanvaarde opvattingen aan die in de christelijke kerk heersten. Zonder de drukpers had het hem decennia gekost om zijn ideeën te verspreiden en hadden de katholieke leiders dit verborgen kunnen houden. Met de boekdrukkunst kwam het voor iedereen beschikbaar en heeft het een enorme impact gehad. Luther heeft een eigen kerk gesticht en is een ware revolutie gestart.
De digitale revolutie
De technologie van de 21e eeuw heeft de verspreiding van informatie drastisch veranderd. Het is nog makkelijker en goedkoper geworden om een idee de wereld in te sturen voor een nog groter publiek. Echter, de betrouwbaarheid van berichten is moeilijker te controleren. Kijk naar bloggers die een gezonde leefstijl promoten. Zij worden hierbij vaak gesteund door commerciële bedrijven. Het lijken onafhankelijke en persoonlijke verhalen, maar zonder de financiële ondersteuning zouden de berichten niet op internet verschijnen. Je kunt je afvragen in hoeverre de strekking van het verhaal nog door de bloggers zelf wordt bepaald. Het monopolie op nieuwsverspreiding verschuift meer en meer naar de commerciële bedrijven. Zij krijgen invloed op het consumentengedrag, wat weer invloed heeft op bijvoorbeeld de politiek of het klimaat. Voor bepaalde groeperingen pakt dit positief uit, voor anderen negatief. Dat is vergelijkbaar met wat er in de zestiende eeuw gebeurde na de uitvinding van de drukpers.
Voor alle berichten op het internet geldt: hoe sensationeler, hoe beter. Mensen denken minder lang na over wat ze zeggen, en weten ook dat het meer impact heeft wanneer ze directer zijn. Een bericht over Dolberg zal minder aandacht krijgen als wordt geschreven dat hij minder goed presteerde in de tweede helft, dan wanneer wordt geschreven dat hij ‘kaulo shit’ is. Er is sprake van sensatielust. De argumenten die de geestelijken in de vijftiende eeuw tegen de drukpers hadden, zouden nu ook gebruikt kunnen worden tegen berichtgeving op het internet. De vorm van berichten verandert om meer aandacht te genereren. Dat gaat ook ten koste van de inhoud.
De snelle verspreiding van nieuws kan dus ongefilterde onwaarheden de wereld in brengen, maar het kan ook oproepen tot actie. In 2015 droeg het internet bij aan een razendsnelle verspreiding van een dramatisch beeld. Een foto van een verdronken jongetje aan het strand van Turkije genereerde een enorme mediahype. Wereldwijd bracht dit de vluchtelingencrisis onder de aandacht en het inspireerde veel mensen om actie te ondernemen.
De razendsnelle verspreiding van nieuws kan zowel positieve als negatieve effecten hebben. Kennis wordt toegankelijker, maar waarheid en sensatie lopen soms door elkaar. Bij de opkomst van het gedrukte woord was de elite bang dat men de waarheid, het Woord van God, niet van de onzin uit ketterse teksten kon onderscheiden. Diezelfde angst lijkt weer te bestaan. Kijk naar de Verenigde Staten waar bepaalde zaken als fake news worden bestempeld, zonder dat te beargumenteren. Maar zolang wij waarheid van sensatie kunnen onderscheiden, is het internet een waardevolle ontwikkeling en geen hoer.
Comments