Tekst: Francio Guadeloupe en Peter van Rooden
Beeld: Sammy Stasse
– Het internet is geen veilige plek.
– Duh. Weet je wat geen veilige plek is? De UvA.
– Overdrijf je niet? Eén lullige hoogleraar rechten maakt toch geen hele universiteit onveilig?
– Ik heb het over de terror-oehoe van Baudet, waar elke student rechten en sociale wetenschappen dagelijks mee geconfronteerd wordt.
– ??
– Kijk jij nooit naar rechts als je ons gebouw binnenkomt? Daar staat een foeilelijk beeld van Athena, met aan haar voeten die uil, Baudet’s symbool van de wederopstanding van de boreale beschaving.
– Baudet is wat Max Weber een paria intellectueel noemde, en de uil van Minerva is een eerbiedwaardige vogel, die Hegel voor de filosofie liet staan: zij vliegt pas in de schemering, zoals de filosofie pas iets kan begrijpen, als het af is, voltooid, en het leven er dus uit geweken is. In het voorwoord van zijn rechtsfilosofie, waar Hegel die uil laat rondfladderen stelt hij dat de filosofie in zijn tijd al haar aanzien heeft verloren, omdat de filosofen zo oppervlakkig, emotioneel, en op populariteit gericht zijn. Hij noemt maar één zo’n filosoof bij naam, een zekere Fries. Een rechtse nationalist, die het volk wilde beschermen, en niet-volkse elementen – de joden – wilde verdrijven. Oh, en hij verbrandde ook nog boeken. We weten precies wat Hegel over Baudet gezegd zou hebben.
– Iedereen weet toch dat de UvA geen safe space is voor ambitieuze jonge vrouwen! NRC, NOS en de sociale media kruisvaarders kunnen er geen genoeg van krijgen. Het kwaad hoort gepersonifieerd te worden. En dat wordt het ook. Hoewel zijn naam niet genoemd mag worden, weet heel Nederland dat het gaat om een hoogleraar rechten, met de bijnaam: ‘een acht voor een nacht’. Hij zou promovendas en studentes seksueel onheus behandeld hebben. De traditionele media houdt het daarbij. Dat gaat de sociale media kruisvaarders niet ver genoeg. Het zal niet lang duren voordat zij zijn naam op het web verspreiden. De universiteit heeft schuld bekend, en een commissie ingesteld, maar dat is niet genoeg. De dader moet verbannen worden. Als de naam en de identiteit van de schuldige door internet kruisvaarders nationaal en internationaal kenbaar wordt gemaakt is dat de ultieme morele daad. Dan pas is er gerechtigheid. De groeiende invloed van de sociale media kruisvaarders in ons land heeft te maken met de kracht van het web waar de taal is doorspekt van Amerikaans moralisme. Onze Nederlandse kruisvaarders zijn onderdeel van een internationale hydra. En toch heb ik een donkerbruin vermoeden dat dit onderdeel is van een grotere verschuiving. De door de VS gedomineerde internet trends volgen met een lokaal sausje, dat lijkt de nieuwe authenticiteit van Nederland te zijn geworden. Dus niet alleen van onze internet kruisvaarders! De VS heeft Trump met zijn ‘Make America Great Again’ (van Ronald Reagan) en wij Baudet met zijn uil van Minerva (van Hegel). Beide nemen geen blad voor hun mond en kunnen uitstekend uit de voeten met sociale media – net als de kruisvaarders.
– Mij vallen allereerst de verschillen met de VS op. Hier werkt eerst het systeem op traditionele wijze. Een vertraagde institutionele zuivering, buiten de openbaarheid om. Dan maakt een krant, en niet de sociale media, de zaak alsnog openbaar. De enige inzet is of de naam van de betrokkene openbaar gemaakt mag worden. In de huidige VS worden in zulke gevallen de naam en de overtredingen van de betrokkene door de slachtoffers openbaar gemaakt, er wordt op de instelling via sociale media geleund om de betrokkene te ontslaan, wat doorgaans onmiddellijk gebeurd, potentiële nieuwe werkgevers wordt gewaarschuwd de dader niet aan te nemen, en zijn artikelen, of muziek, of boeken mogen niet meer verspreid of geciteerd worden. De Amerikanen nemen iemand sociaal dood verklaren echt serieus. Hun morele gerechtigheid lijkt op hun rechtssysteem: onbarmhartig en onverbiddelijk.
Maar dat ondergraaft jouw punt natuurlijk niet: Baudet is niet zo machtig als Trump, zoals onze kruisvaarders niet zo zelfbewust en doortastend zijn als hun Amerikaanse voorbeelden. Maar ook hier delen ze hun kritiek op, en wantrouwen in bestaande instituties, hun keuze voor ‘morele’ onderwerpen (het kwaad is altijd belichaamd in individuen), hun heel korte tijdshorizon (er moet onmiddelijk iets gebeuren). Hegel had hier in zijn rechtsfilosofie nuttige begrippen voor: het gaat hen louter om Moralität, de persoonlijke ethische waarde, en niet om Sittlichkeit, de eigenschappen van instituties die de vrijheid van iedere burger mogelijk maken.
Comments