Over huiselijk geweld in al haar vermommingen
Tekst: Cosima Bas
Beeld: Levien Wieringa
‘Soms worden verhalen vernietigd en soms worden ze gewoon nooit uitgesproken.’ Zo stelt de Amerikaanse schrijfster Carmen Maria Machado in haar memoir In the Dreamhouse, waarin ze haar eigen ervaringen met lesbisch partnergeweld bundelde. Met dit verhaal is ze een van de eersten die de stilte rond homoseksueel partnergeweld doorbreekt. Na haar zullen hopelijk nog velen volgen, want het probleem is groot en de eerste scheuren die de waarheid zullen onthullen, zijn gemaakt.
De waarheid doet dikwijls pijn. Ook in dit geval. Bijna de helft van alle vrouwen in Europa is minstens één keer in haar leven het slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Niet alleen vrouwen, ook mannen, kinderen en ouderen zijn er slachtoffer van. Huiselijk geweld is geweld dat wordt gepleegd door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer en gebeurt achter gesloten deuren en dichte gordijnen. Het gaat hier om meer dan enkel fysiek geweld; ook seksuele intimidatie en psychologische of emotionele mishandeling zijn veelvoorkomende vormen van misbruik. Een aantal maanden geleden verscheen er op vraag van ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid een rapport waarin onderzocht werd hoe vaak huiselijk- en seksueel geweld binnen Nederland in 2020 was voorgekomen, alsook in welke vormen en bij wie. Uit het onderzoek, uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, bleek onder andere dat mannen het voorbije jaar even vaak slachtoffer zijn geweest van fysiek geweld en verbale agressie binnen een relatie als vrouwen. Daarnaast toonde het onderzoek aan dat heteroseksuelen minder vaak slachtoffer zijn van huiselijk- en seksueel geweld dan mensen met een andere seksuele oriëntatie. Dit opvallende gegeven is ook al uit eerdere Europese rapporten over het onderwerp gebleken, en toch blijft het probleem zo goed als onbesproken. Mensen met een niet-heteroseksuele geaardheid betrekken in een onderzoek naar huiselijk geweld is een stap in de goede richting, maar het probleem ook echt erkennen, gebeurt nog niet. Huiselijk geweld kan in elke hechte relatie voorkomen en daarbinnen iedereen treffen, ongeacht seksuele voorkeur of geslacht. Toch zijn er nog heel wat rigide stereotypen in omloop wanneer het om huiselijk geweld gaat. Die stereotypen vloeien voort uit wat ‘heteronormatief’ denken wordt genoemd: het idee dat heteroseksualiteit de norm is en dat er twee tegenover elkaar staande geslachten (man en vrouw) met eigen sociale rollen en kenmerkende eigenschappen zijn. Binnen ons denken over huiselijk geweld hebben we de neiging om vanuit die heteronormatieve gedachtegang te vertrekken. Zo geloven velen nog steeds dat voornamelijk vrouwen slachtoffer zijn van geweld en misbruik binnen de huiselijke kring, en dat vooral mannen daders zijn. Een deel van de reden hiervoor is dat in vergelijking met de vele andere vormen die misbruik kan aannemen, fysiek geweld vaak wordt voorgetrokken, en dan is de connotatie met ‘mannelijke kracht’ niet ver te zoeken. Menig mens beschouwt de kans op potentieel gevaar daarom groter wanneer de dader een man is en het slachtoffer een vrouw. Mannen zijn sterk. Mannen huilen niet. Maar wat als blijkt dat vrouwen even gevaarlijk kunnen zijn? Het is ondoordacht om fysiek geweld voorop te stellen aangezien andere vormen van huiselijk geweld net zoveel pijn kunnen doen.
Cirkel van controle Dwingende controle is een veel voorkomende, maar moeilijk te herkennen vorm van huiselijk geweld. Hierbij tracht de misbruiker het slachtoffer sociaal te isoleren, financieel afhankelijk te maken of obsessief te controleren, bijvoorbeeld door middel van stalken of het lezen van privéberichten. Deze vorm van misbruik laat geen zichtbare sporen na, maar kan diepe emotionele wonden veroorzaken. Volgens psychotherapeute Arianna Petilli zijn partners met een obsessief karakter goed in het vermommen en ontkennen van hun daden. ‘Hun drang naar controle komt in vlagen. Huiselijk geweld is als een vicieuze cirkel’, aldus Petilli. Er zit een duidelijk patroon in: na een uitbarsting komt ontkenning en na ontkenning komt liefkozing. En dan weer opnieuw. Slachtoffers blijven hierdoor achter met een gevoel van twijfel en een verlies aan eigenwaarde. Onderhevig aan de manipulatie van hun partner leggen zij de schuld bij zichzelf of gaan zij erin geloven dat relaties nu eenmaal soms pijnlijk moeten zijn. Het misbruik blijft dan voortgaan onder het mom van liefde en buitenstaanders blijven in het ongewisse. Jaloezie en extreme hunkering naar controle komen veel voor bij biseksuele en lesbische vrouwen. Dit kan volgens sociologe Constance Ohms verschillende oorzaken hebben. Zo kan het bijvoorbeeld voortvloeien uit jeugdtrauma’s van seksueel misbruik of emotionele verwaarlozing, maar ook uit een hechtings- of psychische stoornis en geïnternaliseerde homofobie. Er is één ding waar vrijwel alle sociale wetenschappers die over huiselijk geweld schrijven het over eens zijn. Partnergeweld draait om controle en macht, veel meer dan om wie de fysieke overhand heeft. Dit is zowel het geval binnen heteroseksuele als homoseksuele relaties. Het is belangrijk dat we gaan inzien dat partnergeweld in vele soorten en maten voorkomt. Ons starre heteronormatieve begrip van wat huiselijk geweld is, zorgt ervoor dat er voor realiteiten die daarvan afdwalen geen plaats is. En toch bestaan deze wel degelijk, want in werkelijkheid is geen enkele relatie er immuun voor. Ondanks bewijs dat huiselijk geweld minstens even vaak voorkomt in homoseksuele relaties, richten bestaande steunpunten en hulpverlening zich nog vaak alleen maar op man-vrouw relaties. In Nederland heb je de beruchte blijf-van-mijn-lijfhuizen of, zoals ze sinds een paar jaar genoemd worden, Oranje Huizen. Dit zijn opvanghuizen voor vrouwen die slachtoffer werden van huiselijk geweld. Blijf Groep biedt ook hulp aan mannen, kinderen en ouderen, maar nergens op hun website erkennen ze het bestaan van homoseksuele slachtoffers of plegers van huiselijk geweld. Het niet expliciet benoemen hoeft natuurlijk niet te betekenen dat homoseksuele slachtoffers niet welkom zijn, maar zorgt er wel voor dat zij zich niet gezien voelen, wat de stap om hulp te zoeken groter maakt. Voor slachtoffers is het buitengewoon belangrijk dat zij de ruimte voelen om hun verhalen en ervaringen met huiselijk geweld te delen aan een buitenstaander. Het gesprek durven aangaan vergt veel moed en durf, maar is van groot belang in een situatie als deze. De kracht van het delen van pijn komt prachtig tot uiting in de aangrijpende korte film Smoke, geregisseerd door de Britse filmmaker Tom Smith. Hierin zien we hoe Mollie, een teruggetrokken jonge vrouw, verbaal en fysiek mishandeld wordt door haar vrouwelijke partner Ashley. Onder de invloed van alcohol en geleid door haar eigen jeugdtrauma’s aan misbruik, verliest Ashley regelmatig de controle over haar daden. Mollie besluit uiteindelijk haar verhaal te doen bij haar broer, en met zijn hulp vindt ze de kracht om aan de situatie te ontsnappen en haar vriendin te verlaten, hoe hartverscheurend dat ook mag zijn. Smith brengt in beeld hoe een huis een gevangenis kan worden, maar toont ook de uitweg: erover praten.
Stille strijd Simone de Beauvoir, een feministische filosofe, beschreef in 1949 al hoe mannen van vrouwen hun ‘ander’ maakten. Denken over vrouwen als het minderwaardige en zwakke geslacht is een historisch maaksel met vergaande gevolgen. Het is een culturele constructie, tekenend voor de door mannen gedomineerde wereld die we bewonen. ‘De man maakt van de vrouw zijn object en steelt daarmee haar vrijheid’, aldus De Beauvoir, die een grote bron van inspiratie was voor de tweede feministische golf vanaf de jaren zestig. Haar radicaal gedachtegoed leidde tot opschudding, maar ook bewondering. Sociaalwetenschapper Linda Duits, gespecialiseerd in media- en gender studies, schrijft dat je koos voor het lesbisch zijn, als je in de tweede golf wilde bewijzen dat je een goede feminist was: ‘Wie dat niet deed, moest aan de schandpaal.’ Het lesbisch zijn werd geromantiseerd. Twee vrouwen zouden elkaar beter begrijpen en de machtsrelatie tussen beide partners zou volgens feministen beter in balans zijn. Een relatie tussen twee vrouwen was dus meer egalitair volgens veel tweede golf feministen. Dit utopische beeld is in werkelijkheid volkomen achterhaald. Huiselijk geweld in lesbische relaties is een blinde vlek binnen het feminisme. Een realiteit waarin vrouwen elkaar niet beschermen en steunen, maar pijn doen, is moeilijk om onder ogen te komen. Ook voor de LGBTQ+-gemeenschap zelf, die een belangrijke rol speelt in het beschermen van de mythe dat homoseksuele relaties gericht zijn op gelijkheid. De gemeenschap vocht lang en hard voor de erkenning die ze nu in de samenleving krijgen. Meldingen van huiselijk geweld zouden hun positie teniet doen, en veroorzaken gevoelens van collectieve schaamte en schuld. De angst voor een onjuiste voorstelling van homoseksuele relaties draagt ertoe bij dat zelfs binnen de LGBTQ+-gemeenschap huiselijk geweld nog steeds een taboe blijft.
Nestverlangen
Carmen Maria Machado, die zichzelf als een queer vrouw identificeert, schrijft: ‘We verdienen het dat ons wangedrag evenzeer wordt vertegenwoordigd als onze heldenmoed, want als we wangedrag weigeren als een mogelijkheid voor een groep mensen, weigeren we hun menselijkheid.’ Ondanks het feit dat geweld in relaties iets heel menselijks is, geeft de schrijfster ook toe dat het laatste wat queer vrouwen nodig hebben ‘bad fucking PR’ is. Nog geen twee jaar geleden schreef Machado een memoir genaamd In the Dreamhouse.Door het neerschrijven van haar eigen ervaringen met een gewelddadige vriendin probeert ze anderen die hetzelfde meemaken een context te geven, een verhaal waaraan zij zich kunnen spiegelen. Machado onderzoekt wat het hebben van een droomhuis eigenlijk betekent. Een huis moet niet enkel aan materiële verlangens voldoen, muren en deuren moeten iemand ook veiligheid en geborgenheid bieden. Sommigen associëren een droomhuis met een persoon, maar wat als die persoon ervoor zorgt dat een droomhuis verandert in een spookhuis? Wat als een persoon je niet alleen doet twijfelen aan jezelf, maar ook aan de schoonheid en warmte waarvan je dacht dat liefde die zou bieden? En misschien nog belangrijker: wat als je droomhuis zo verstikkend is dat je geen kant op kan? Verhalen en ervaringen als die van Machado missen in onze collectieve geschiedschrijving. Het zijn verhalen die nooit gedocumenteerd zijn en plaats moesten maken voor weloverwogen gaten van informatie en representatie. Wat leden van de LGBTQ+-gemeenschap nodig hebben is representatie en houvast, een kader om hun ervaringen in te kunnen plaatsen. Machado is eenzaam in haar strijd, maar het besef dat openheid over huiselijk geweld nodig is, groeit langzaam binnen de gemeenschap en, hoewel in mindere mate, ook daarbuiten. YouTube-ster Jess van het kanaal Jkiillem beschrijft zichzelf als ‘your friendly neighborhood gay big sister’ en maakt filmpjes waarin ze advies en hulp biedt aan andere lesbiennes. Onder het motto: ‘laat de wereld zien wat we waard zijn’, probeert Jess vooral een positieve en veilige omgeving te creëren waarbinnen moeilijke thema’s zoals homofobie en huiselijk geweld bespreekbaar worden.
Uiteindelijk zullen de stemmen luider worden en de verhalen niet meer verdwijnen. Dat huiselijk geweld zoveel meer is dan fysieke mishandeling, en dat het iets is dat in iedere relatie kan voorkomen, is een waarheid die stilaan aan het licht komt. Wat slachtoffers uit de LGBTQ+-gemeenschap verdienen, is begrip en representatie. Omdat het mensen zijn, en dat is genoeg.
Comments