Tekst: Manpreet Brar
Beeld: Sam van den Nieuwenhof
Het hypnotiserende effect van de opzwepende ritmes van The Mauskovic Dance Band brengen mij in een trance terwijl ik in de drukke menigte dans in Garage Noord. Ik weet niet hoe lang ik al dans, hoe lang de band al speelt en wanneer ik de laatste slok van mijn biertje nam. Het enige wat ik weet, is dat ik geen controle heb over het dansen. Het gaat vanzelf. Stilstaan is geen optie: zolang de band speelt, dans ik. Op de eerste rij staat een vriendin en ik zie ook haar lekker gaan. Ik sluit mijn ogen en beweeg door. Het geluid van een WhatsApp-melding doet me uit mijn fantasie ontwaken. Ik sta niet in Garage Noord, maar zit achter het bureau in mijn kamer, te staren naar een essay. Door een gebrek aan fysieke colleges en de schaarste aan studieplekken in de bieb en in mijn favoriete cafés, verschuil ik me in een wereld van verbeelding. Ik ben altijd al een dagdromer geweest, maar nu fantaseer ik bijna voortdurend over pre- en post-corona feestjes. Sinds de eerste weken van de ‘intelligente lockdown’ was de wens om terug te keren naar ‘het normale’, bij mij sterk aanwezig. Het verlangen naar de tijd voordat het virus ons dagelijks leven omgooide, doet mij denken aan een film die ik zag gedurende corona: ‘L’illusionniste.
Deze melancholische, mooie tekenfilm is gebaseerd op een onuitgegeven script dat acteur, regisseur en komiek Jacques Tati in 1956 schreef, en dat onder regie van Sylvain Chomet werd uitgebracht in 2010. In de zwijgende film volgen wij een oudere man: een goochelaar die vanuit Parijs naar Engeland en Schotland reist, op zoek naar publiek dat hij nog kan vermaken met zijn authentieke goocheltrucs. De opkomst van Rock-’n-Roll en ander modern vermaak, maakte zijn kunst rond de jaren 50 overbodig bij het publiek in Parijs. Op zijn reis ontmoet hij echter een jonge vrouw die nog gelooft in zijn magie, en zonder overleg gaat zij met hem mee. Door de reis heen ontwikkelen ze een soort vader-dochter relatie, gebaseerd op hun gedeelde geloof in de illusie dat magie het leven net wat mooier maakt. De man lijkt terug te verlangen naar een tijd waarin zijn passie, het goochelen, het publiek nog wist te betoveren. Ik begrijp het verlangen van de oude goochelaar maar al te goed, omdat ook ik met mijn eigen fantasieën het leven wil omtoveren. Ik zou even niet na willen hoeven te denken over de invloed van de pandemie op onze levens en terug willen gaan naar een tijd waarin ik zonder zorgen kon dansen in een volle zaal. Uitgaan is net als een truc van de goochelaar: niet passend in de tijd van nu, maar net als de jonge vrouw geloof ik in de magie van het samen dansen en probeer ik het leven toch een beetje om te toveren. De film leert ons dat dit niet kan, maar dat je de nostalgie en het gemis wel mag voelen en vervolgens een weg moet vinden met wat er wel is. Het leven vraagt ons noodgedwongen mee te varen met onverwachte veranderingen. Het meevaren doet iedereen op zijn eigen manier, en ik doe dat door te ontsnappen in fantasieën van anderen of van mijzelf, daar in Garage Noord.
Comentários