Tekst en beeld: Oscar Slagveer
Je weet dat er een obstakel aankomt en je weet niet wat je moet doen. Overal om je heen zijn mensen verward en je hoofd doet zijn uiterste best om niet in paniek te raken. Je lichaam verkrampt en dan hoor je het: ‘Rustig aan, misschien komt het helemaal jouw kant niet op.’ Langzaam ontspant je lichaam zich weer en alhoewel alle alarmbellen nog steeds verder rinkelen, ga je verder met je dag. Dit sentiment heet ontkenning en het is waarschijnlijk één van de meest gevaarlijke sentimenten die wij als mensen kunnen ervaren.
Het jaar was 1986. Het inmiddels beruchte ruimtevaartuig de Challenger stond net op het punt de ruimte in te verdwijnen voordat het na 73 seconden opbreekt en explodeert voor de ogen van duizenden toeschouwers die via de televisie meekijken. Na latere inspectie bleek dat het ongeluk was veroorzaakt door een defecte O-ring, een essentieel deeltje waarmee NASA bij eerdere lanceringen al problemen ondervond maar verder niks aan had gedaan. In 2003 ontvlamde vervolgens het Columbia ruimtevaartuig bij terugkomst door een vergelijkbaar probleem. Een stuk isolatieschuim schoot los en raakte de linkervleugel van het voertuig. Ook hier bleek dat onderzoekers sinds de jaren 90 al waarschuwden voor de fragiliteit van deze stukjes schuim en de mogelijkheid dat ze onder lage temperaturen kunnen losschieten. Uiteindelijk hebben in beide gevallen veertien mensen hun levens verloren door deze technische misstanden. Ontkenning kan fataal zijn.
Het gevaar van ontkenning is geen absentie van erkenning. Dit is een foutieve algemene gedachte die de bedrieglijke aard van het woord ondermijnt. De twee woorden gaan namelijk juist samen. Er kan geen ontkenning plaatsvinden zonder dat men erkent dat er een probleem is. In tegenstelling tot de algemene gedachte zijn het daarom geen tegenstellingen maar aanvullingen op elkaar. De werkelijke ontkenning zit namelijk in wat men met erkenning doet: men ziet een probleem aankomen maar doet er niks aan. We wachten af en laten ons overmeesteren door een ongunstig lot dat we goed praten met waanideeën en angsten. In plaats van aanpakken bedenken we smoesjes en plaatsen we het probleem buiten de realiteit alsof dit daadwerkelijk een mogelijke optie is.
Op 20 januari 2020 werd in Nederland voor het eerst gerapporteerd over een dodelijk virus in China dat van mens tot mens wordt overgedragen. Op 13 februari werd bekendgemaakt dat er toen al 44 besmettingen in Europa waren gemeld en op 28 februari waren er wereldwijd 87.232 besmettingen. Toch tweette het RIVM op 5 maart dat er “geen reden is om evenementen te vermijden of af te lasten” en gaat de mensheid nog volop door met hun levens alsof er niks aan de hand is. Inmiddels, een maand later, zijn er meer dan dertigduizend positief geteste personen in Nederland, waarvan er reeds meer dan drieduizend zijn overleden. Wereldwijd zijn landen nu ook al maanden in lockdown of quarantaine en is het aantal besmettingen sinds februari vertienvoudigd. Net zoals het virus is ontkenning een ziekte en het werkt het ons op een wereldwijde schaal tegen. Het besmet ons op momenten van zwakte en in tijden van paniek en chaos. Hoe sneller wij dit probleem daarom gaan behandelen als het epicentrum van onze problematiek, des te sneller wij een vaccin kunnen ontwikkelen tegen het virus dat onze soort al sinds de oudheid kwelt.
Commentaires