Tekst /// Sara Kerklaan
‘Grote woordenboek der Nederlandse taal’ staat duidelijk beschreven op de kaft van de Dikke Van Dale. Deze titel impliceert dat het boek vol staat met feitelijkheden over taal. De vraag is of de Van Dale dit kan waarmaken. Wat is de invloed van het boek, in hoeverre ontstaat daardoor legitimering van woorden en hoe zou de samenleving zich tot het boek moeten verhouden? Een zoektocht naar de politiek van taal achter de Van Dale.
Sinds 2005 staat het woord ‘kutmarokkaan’ in de Dikke Van Dale met als betekenis ‘typering van een jonge Marokkaanse Nederlander wiens al dan niet vermeende criminele gedrag als problematisch wordt ervaren’. Dit woord was de aanleiding voor veel kritiek waar de Van Dale onlangs onder leed. Niet alleen het woord ‘kutmarokkaan’ heeft geleid tot kritiek. Zo deed een Nederlander met Turkse afkomst in 2001 al aangifte van discriminatie over betekenissen en gezegdes van het woord ‘Turk’. Voorbeelden hiervan waren: ‘Hij is aan de Turken overgeleverd’, wat inhoudt dat iemand het ergste kan verwachten en ‘eruitzien als een Turk’, ook wel: er vuil uitzien. Turken zijn in de Van Dale niet het enige slachtoffer. In het woordenboek staan ook beledigende woorden over andere gemarginaliseerden, zoals vrouwen en zieken.
Legitimering van belediging
Wat zijn de redenen voor de woordenboekmakers om deze discriminerende en beledigende woorden in het woordenboek op te nemen? Een woordenboek heeft als taak een representatie van de taalgemeenschap te zijn. ‘Het woordenboek neemt allerlei woorden op en beschrijft de betekenis zoals die wordt gebruikt’, aldus taalkundige Ariane van Santen aan de Universiteit Leiden. Hierbij horen ook negatieve woorden. Om legitimering van deze woorden als normaal taalgebruik tegen te gaan, maakt de Van Dale gebruik van labels als ‘beledigend’, ‘vulgair’ of ‘scheldwoord’.
De vraag blijft of deze labels de acceptatie van mogelijk beledigende woorden genoeg tegengaat. Ton den Boon, hoofdredacteur van de Van Dale, laat op Radio 1 weten dat mensen hun eigen standpunt rondom woorden moeten vormen. In de Van Dale wordt alleen de taalwerkelijkheid beschreven. Politieke correctheid is voor de Van Dale geen punt van overweging bij het samenstellen van het woordenboek. Antropoloog en linguïst Vincent de Rooij (Universiteit van Amsterdam) wijst erop dat niet-taalkundigen vaak de neiging hebben om woordenboeken te beschouwen als een verkondiging van het enige juiste taalgebruik. ‘Dat legt een zware verantwoordelijkheid op de redacteuren van de Van Dale, vooral omdat dit woordenboek op veel scholen, in bedrijven en overheidsinstellingen als naslagwerk wordt gebruikt. Daarom lijkt het mij beter als Van Dale terughoudend is bij het opnemen van nieuwe scheldwoorden, zeker als de betekenis en gevoelswaarde ervan, zoals bij samengestelde woorden als “kutmarokkaan”, toch al duidelijk is.’
Taal als proces
Van Santen beargumenteert dat het gebruik van een woord invloed heeft op het beeld dat mensen ervan hebben, maar dat we de invloed van een woordenboek op het taalgebruik vooral niet moeten overschatten. Die invloed is er volgens haar niet. ‘Van enige invloed op het woordgebruik kan wel sprake zijn als de overheid consequent overgaat op het afschaffen van bepaalde woorden, zoals nu bij “allochtoon” en “autochtoon”.’
De Rooij denkt ook dat de afschaffing van deze woorden via de overheid meer impact heeft. ‘Mensen worden zich door zo een drastische stap meer bewust van wat woorden kunnen doen. Vaak wordt gedacht dat taal de werkelijkheid volgt en dat daarom het aanpassen van ons taalgebruik die werkelijkheid kan veranderen. Taal heeft volgens mij wel degelijk die potentie.’
De samenleving als boosdoener
Een woordenboekmaker volgt dus het taalgebruik van de burgers, waardoor het niet zijn eigen mening verkondigt. De Van Dale neemt in zekere zin weinig verantwoordelijkheid voor haar eigen inhoud. Het woordenboek staat op deze manier in haar recht als het gaat om woorden zoals ‘kutmarokkaan’. Hoewel dit schadelijk lijkt, is de invloed ervan volgens Van Santen nihil. Misschien kunnen we de Van Dale niet als dader aanwijzen, maar elkaar in de samenleving kritischer bekijken en elkaar op ons taalgebruik aanspreken. Hierdoor zal er meer reflectie ontstaan op taal als proces in de samenleving. Dat het woord ‘kutmarokkaan’ in het woordenboek staat, zegt dus meer over onze samenleving dan over de Van Dale zelf.
Comments