top of page
Manpreet Brar

Curry in Dubai


Tekst: Manpreet Brar

Beeld: Jolin Ordelman


Mijn vader, Jaspal, groeide op in het dorp Patto Hira Singh in de deelstaat Punjab, gelegen in het noordwesten van India. Samen blikken wij terug op de eerste keer dat hij India verliet en ging werken in Dubai. Hij vertelt over Bollywood films, het gemis van het eigen land en de onofficiële wegen, de hera pheri, die hij nam op zijn reis.

Mijn vader was negentien jaar oud toen hij in 1975 een brief ontving van zijn oudere broer Jagjeet. ‘Mijn broer die Punjab al had verlaten om in Dubai te werken, schreef dat ik en mijn andere broer Harjeet ook moesten komen. We konden niet met zijn allen op het land gaan werken. Iedere jongeman ging zijn eigen weg in India, maar we wilden vooral weg uit Punjab.’ Jaspal ging aan het werk in Sharjah en Fujairah, twee van de zeven Verenigde Arabische Emiraten, maar hij beschrijft het als Dubai, zoals iedereen om hem heen toen ook deed. Wanneer mijn vader over zijn reis vanuit India naar Dubai vertelt, gebruikt hij de term hera pheri, een term die naar het Nederlands of Engels lastig te vertalen is, maar die je zou kunnen beschrijven als ‘vals spel’ of ‘monkey business’. Dit dekt echter niet de volledig lading van het woord. Hera pheri verwijst naar een actie die niet volgens de officiële wegen plaatsvindt. Iets dat niet helemaal loopt zoals het hoort, maar soms toch noodzakelijk en zelfs sociaal geaccepteerd lijkt.

Vele wegen leiden naar geluk Op zowel zijn ervaringen in Dubai als op de weg ernaartoe, blikt mijn vader positief terug. Ik spreek hem omdat ik zijn verhaal op wil schrijven, maar wanneer hij nostalgisch terugblikt op het werken zonder papieren, voel ik een zekere wrijving. Het is alsof ik twee delen van mijzelf niet met elkaar kan laten rijmen. Terwijl ik zoek naar een vertaling van de term hera pheri, peins ik over hoe ik de complexiteit ervan kan overbrengen op de lezer en hoe ik het stereotype van een ‘gelukszoeker’ dat deze term wellicht oproept, kan vermijden. Dat kan misschien door te schrijven dat mijn vader uiteindelijk wel een toekomst wilde in Punjab, maar vanwege de politieke onrust en onveiligheid toch besloot zijn dorp achter zich te laten. Misschien heeft de wrijving meer te maken met de context waarin ik mijn vader spreek. Als dit verhaal tussen de muren van mijn ouderlijk huis zou blijven, zou ik deze spanning misschien niet voelen, omdat het verhaal dan alleen beroep doet op het Punjabi deel van mijn identiteit. Wanneer ik mijn vaders verhaal echter probeer over te brengen aan buitenstaanders, voel ik een spanning tussen geleefde complexe migratieverhalen, zoals die van mijn vader, en de categorisering van goed-fout en legaal-illegaal die ik in Nederland leerde. Het plaatsen van een moreel oordeel over onofficieel aan het werk gaan voor een veiligere en stabiele toekomst, doe ik vanuit een westerse luxepositie terwijl het voor mijn vader destijds de normale gang van zaken was.

Dagen die jaren worden Via aannemers was het mogelijk om met een contract van één tot twee jaar te gaan werken in het warme Dubai, maar dan kreeg je onderbetaald en moest je in tenten overnachten. ‘Wij hebben het op een andere manier gedaan, namelijk met een bezoekersvisum voor drie of vier dagen. Onze paspoorten moesten we achterlaten op het vliegveld en konden we ophalen wanneer we na drie à vier dagen weer terug zouden keren naar India.’ Maar drie à vier dagen veranderden in jaren. Uiteindelijk had de overheid van de Emiraten deze hera pheri door: ‘Ze kondigden via kranten en op televisie aan dat er bijna tienduizend paspoorten lagen op het vliegveld van Dubai, voornamelijk van mensen uit India of Pakistan.’ Het lukte Jaspal om via zijn bedrijf een contract te regelen, en samen met zijn broer ging hij na zijn werkdag naar het vliegveld om hun paspoorten op te halen. Eenmaal daar aangekomen, zagen zij een rij van twee kilometer, waarin zij door het lange wachten in slaap vielen. ‘We waren pas in de ochtend aan de beurt, maar kregen wel een visum voor drie jaar.’ De broers werkten als timmermannen mee aan het bouwen van ziekenhuizen, scholen en hotels. ‘We leerden het vak door te kijken naar anderen. Er waren geen diploma’s, papieren of iets dergelijks nodig. Je moest het werk gewoon kunnen uitvoeren, dat was het.’ De hedendaagse moderne handelsstad die ik voor me zie als ik denk aan Dubai, was toendertijd nog in ontwikkeling. Door de bouw van de nieuwe instituties was er veel vraag naar arbeiders in die tijd. ‘Als je het werk niet leuk vond, kon je de volgende dag weer ergens anders aan de slag. Niemand zat thuis: er was een overvloed aan werk.’

Herinneringen aan thuis De broers waanden zich van de ene op de andere dag in een omgeving waar mensen met allerlei diverse achtergronden samenkwamen. ‘Wij kwamen er in Dubai eigenlijk pas achter wat andere mensen aten. Vrienden met een Iraanse achtergrond maakten een curry met alleen tomaat en ui en wij keken dan toe terwijl zij het klaarmaakten. Het was heel raar, maar ook écht lekker.’ De broers hadden India verlaten, maar kwamen juist in Dubai meer te weten over de eetgewoonten van hun landgenoten. ‘Vrienden uit Kerala, gelegen in het zuiden van India, aten vooral rijstgerechten. Wij hadden nog nooit rijst gegeten. Nog nooit, alleen kheer [een Indiaas rijstdessert]. Wij aten roti [platbrood].’ Het populaire Indiase gerecht biryani aten de broers dus voor het eerst in de Verenigde Arabische Emiraten, ‘en wij vonden het zó lekker’. Al deze mensen met verschillende achtergronden vonden onder andere samen ontspanning in Bollywood films. ‘Er was zoveel vraag naar Indiase films dat één film wel drie weken achter elkaar draaide.’ Er was één film die mijn vader vooral is bijgebleven: de film Sholay die uitkwam in 1975, geregisseerd door Ramesh Sippy. De broers konden de film niet altijd meteen in de bioscoop bekijken: ‘Eerst ging je de film beluisteren via cassetterecorders en pas later kregen wij hem te zien. Alleen ernaar luisteren was al genoeg, zo mooi is Sholay.’ De film zorgde ook voor een gevoel van verbondenheid met India. ‘Ik miste mijn ouders en mijn zus. Het sturen van brieven was de makkelijkste manier om met hen in contact te blijven, maar een briefwisseling kon zo’n twee weken duren.’ Het luisteren en kijken naar films bleek een manier om in contact te blijven met Punjab. Ondanks het zware werk dat mijn vader verrichtte in Dubai en de moeite die het hem kostte om er te komen, kijkt hij met een warm gevoel terug op deze tijd. Nog steeds citeert hij gepassioneerd passages uit de film Sholay. En ook de hera pheri duurt voort. Zijn reis ligt dan misschien in het verleden, maar voor vele anderen uit landen in het Globale Zuiden vormt dit nog steeds een groot onderdeel van hun heden en toekomst.


0 views0 comments

Comments


bottom of page