top of page
Tessel Pool

Amazigh tapijten: kunst of kitsch?

Tekst: Tessel Pool Beeld: Jan van Helden

Felrood met blauwe driehoekjes of een zwart vlak met rafelende randjes: de Marokkaanse tapijten bevatten voor elk wat wils. Marokko staat bekend om vele ambachtelijke vaardigheden, waaronder de Berberse weeftradities. Het Berberse tapijt wordt lokaal geproduceerd en op globaal niveau verkocht en geëxporteerd. Wat is de oorsprong van het tapijt en wat gebeurt ermee na aankoop?

Als toerist krijg je een standaardbeeld van Marokko te zien, een plaatje dat je ook uit de Lonely Planet had kunnen halen. ‘Ervaar een kamelentocht in de Sahara’ of ‘een lekker dagje uit in de medina’. Je wordt op elke straathoek aangesproken om ‘typische Marokkaanse goederen’ te kopen. Toch blijken vele antwoorden omtrent het Berberse tapijt te liggen in dit chaotische, bijna kitscherige wereldje. Ook ik liet mij in Fès de winkel van een tapijthandelaar in lokken. De handelaar van middelbare leeftijd liet opgewonden en tegelijkertijd ook een beetje wanhopig zijn hele collectie zien. Bij elk tapijt dat hij tevoorschijn haalde, vertelde hij een bijpassend verhaal: zo zou een somber, donkerkleurig tapijt gemaakt zijn door een vrouw van het platteland na de dood van een geliefde. Dit verhaal leek niets meer dan een veel geoefend verkoopmechanisme.

Het weven van het Berberse tapijt – ook wel Amazigh tapijt genoemd – is een eeuwenlange traditie onder de Berberse vrouwen. De tapijten worden handgeweven van schapenwol of kamelenhaar en worden vervolgens geverfd in hennabruin, granaatappelrood of muntgroen. Elk geometrisch patroon en bijpassende kleur vertegenwoordigen een verhaal. De tapijten met motieven en tribale symboliek zijn traditioneel bedoeld als geschenk, maar tegenwoordig worden ze gemaakt aan de hand van de wensen van de westerse consument.

Het tapijt is onderdeel van een wereldwijd proces waarbij een lokaal product een transnationale metamorfose ondergaat. Het wordt uit zijn context gehaald en krijgt daarbij een nieuwe betekenis. Dit product staat symbool voor de cultuur waarin het geproduceerd wordt en is daarmee aantrekkelijk voor een andere cultuur. Antropoloog Colin Campbell noemt deze verandering van de symbolische waarde van een product customization. De tapijten worden in grote hoeveelheden geëxporteerd naar het westen, wat financieel voordelig is voor de vrouwen en handelaars. Eenmaal in een nieuwe context krijgen de tapijten een andere betekenis: een authentiek Berbers tapijt verliest zijn originele waarde als geschenk, maar wordt verkocht voor veel geld om de identiteit en levensstijl van de westerse consument verder te construeren.

Na een interview met Jess Stephens, kunstenaar en oprichter van Culture Vultures, kwam ik erachter hoe het Berberse tapijt over landsgrenzen heen reist. Jess Stephens wees mij er op dat ‘Berber’ afgeleid is van het Franse woord voor barbaar. Het wordt volgens haar ‘misbruikt om de “exotiek” van de Marokkaanse cultuur te etaleren’. Jess, kunstenaar, ondernemer en ‘politica van de kunst’ zoals ze zichzelf noemt, heeft het concept van artist residencies opgericht. Dit zijn verblijfplaatsen voor internationale kunstenaars die samenwerken met lokale ambachtslieden. Het doel hiervan is het aanmoedigen van een fusie tussen de Marokkaanse eeuwenoude tradities en de globale wereld. Daarbij gaat ze met haar organisatie Culture Vultures verder dan het behouden van de Berberse cultuur en tradities. De kunst die hierdoor ontstaat is grensoverschrijdend.


Jess Stephens

De Marokkaanse overheid profiteert op financiële wijze van de globale vraag voor deze unieke tapijten. Zo heeft de overheid onlangs vrije export ingevoerd om ervoor te zorgen dat deze weeftradities niet verloren raken. Jess Stephens wil juist het proces van local to global stimuleren. Door lokale ambachtslieden te koppelen aan een kunstenaar in het buitenland wordt er niet alleen meer voor consumptie geproduceerd, maar wor-den ook andere doelen behaald. Transnationale verbindingen worden gelegd door het Marok-kaanse lokale en het globale samen te brengen. Je kan niet tegen globalisering ingaan, maar je kan het wel veranderen zonder de authenticiteit van een product kwijt te raken. Stephens komt op voor de belangen van de lokale bevolking, maar ze ziet haar werk niet als een manier om de cultuur en de vaardigheden te behouden. Ze ziet het eerder als erkenning en als het aanmoedigen van transnationale relaties: van lokaal naar globaal en van Berber naar Amazigh.

0 views0 comments

Comments


bottom of page